zondag 23 september 2018

Boy 7 - Mirjam Mous

Mous, M (2009), Boy 7, Houten, Uniekboek|Het Spectrum


Een jongen wordt wakker ergens op een grasvlakte in de Verenigde Staten. Hij heeft geen idee wie hij is of wat er gebeurd is. Hij begint te lopen en stuit dan verderop op een rugzak. Deze rugzak brengt langzaam weer allerlei herinneringen in de jongen boven te beginnen met de telefoon die hij erin vindt. Hij belt de voicemail en hoort ‘Wat er ook gebeurt, bel in geen geval de politie.’  En nog vreemder, het is zijn eigen stem die dat zegt...

Dan stopt er een auto waar Lara in zit, terwijl ze wegrijden vraagt Lara naar zijn naam “Je hebt je niet eens fatsoenlijk voorgesteld,’ zei ze. Ik voelde me meteen ongemakkelijk. ‘Jij ook niet.’‘Lara Rogers. En wie ben jij?’Liegen of… Ze zou me nooit geloven. Ik keek van haar weg, naar mijn voeten. Omdat ik zat, kwamen mijn broekspijpen tot boven mijn enkels. Ik zag de zeven op mijn sok. ‘Seven.’En je voornaam?’Mijn blik verhuisde naar mijn rugzak. Op het hengsel was een merkje gestikt met Boy 7 erop. 'Boy, Boy Seven.' Ik proefde de woordjes op mijn tong. Nu had ik een naam.” (pagina 18)
Vanaf dat moment begint de grote zoektocht in het geheugen van de jongen. Zo komt hij er achter dat hij eigenlijk Sam Waters heet en een goede hacker is. Dat heeft hem ook in de problemen gebracht want nadat hij de cijfers op zijn school had gehackt werd hij opgepakt en meegenomen naar een groot grijs gebouw waar CooperationX gevestigd is. Daar wordt hij samen met andere Boys vastgehouden om allerlei gruwelijke opdrachten uit te voeren. Beetje bij beetje komt Sam achter de gruwelijke waarheid die in zich in zijn recente verleden heeft afgespeeld.

Mirjam Mous heeft een spannende thriller geschreven die leest als een snelle actiefilm. De gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op waardoor je door wil lezen om er achter te komen wat de nieuwe aanwijzing in de zoektocht naar de identiteit van Boy 7 te betekenen heeft.
Het boek maakt telkens sprongen in de tijd. Als Boy 7 zijn zelfgeschreven notebook terugvindt en deze gaat lezen neemt het verhaal ons mee terug in de tijd. Op pagina 84: "Als jij mij bent en ik deze woorden teruglees, is mijn plan gelukt. Dan heb je het kluisje met het notebook gevonden. Alles wat hierin staat is echt gebeurd. Het zou kunnen dat jij...ik dus het me niet meer kan herinneren. Daarom heb ik alles opgeschreven" En ook als Boy 7 de geïmplanteerde chip achter zijn oor verwijdert, waardoor zijn geheugen weer terugkeert, worden we meegenomen naar het verleden. Pagina 230: "Ik haalde diep adem, en nog eens en nog eens en toen kerfde ik met het mes in mijn vel. een halve cirkel rond het plekje waar ik de chip vermoedde. Bloed gulpte naar buiten en stroomde naar mijn schouder-de witte zakdoekjes kleurden rood"
De ander delen van het boek zijn beschreven vanuit Boy 7’s oogpunt en spelen in het heden. Het boek is zo ingedeeld dat elk hoofdstuk een tijdsperiode beschrijft. Als Sam zijn eigen notebook terugleest is dat voor de lezer herkenbaar omdat het lettertype verandert.

Het verhaal heeft ook een boodschap in zich. Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een spreuk die appelleert aan doorzettingsvermogen en nooit opgeven: ‘Door vol te houden bereikte zelfs de slak de ark van Noach’(Japanse wijsheid). 
Deze boodschap is niet moraliserend aanwezig in het verhaal. Zoals gezegd is het verhaal bijna een film op papier waardoor je als lezer snel gepakt wordt door het verhaal. Daarbij zijn er in het verhaal veel actuele thema’s gebruikt waardoor het bij jongeren zal aanspreken. Zo zijn er chips in jongens geplant om hen te kunnen controleren en dwingen tot zaken die ze zelf nooit zouden doen.

CooperationX waar de jongens worden vastgehouden wordt gerund door mensen die zichzelf willen verrijken ten koste van alles. Hiervoor hebben ze witpakken (zoals Sam ze in het verhaal noemt) in dienst die de Boys onder controle houden. Het is zo beschreven dat de angst om zelf op deze wijze onder controle te komen staan bij de lezer ook binnendringt. Het is immers al realiteit dat chips onder de huid worden aangebracht. Pagina 181: "Help me! Schreeuwden mijn hersenen. De witpakken zijn gevaarlijk! Ze hebben een microchip in mijn hoofd gestopt, zodat ze mijn gedrag kunnen sturen!"
Ook sterk beschreven is de angst van Sam om gek te worden. Wat zijn zijn eigen gedachtes en welke worden via de chip bij hem ingebracht, of zijn zijn eigen gedachtes eigenlijk helemaal niet van hemzelf? Pagina 171: "In de spiegel tegenover me zag ik een jongen met verwilderde ogen en een trillend spiertje boven zijn linkerwenkbrauw. 'Wat hebben ze et je gedaan?'hoorde ik mezelf zeggen. Zag ik de jongen in de spiegel zeggen. Ophouden, anders werd ik nog echt gek!"
Kritiekpunt vind ik de toevalligheden en sommige voorspelbare situaties die de schrijfster gebruikt om plotselinge wendingen aan het verhaal te geven. Zo liggen spullen ‘toevallig’ net op plekken waar Sam zoekt, kan hij via een wc raampje nog een chip naar buiten werken op een klaarstaande truck en raakt de benzine van zijn auto op net op het moment dat hij een reddingspoging onderneemt.
Voor wie zich hier niet aan stoort is het een geweldig boek vol actie en doordat de hoofdpersoon 15 jaar is met alle twijfels over zichzelf, zijn gedachten en de vriendschappen die hij sluit is hij zeker herkenbaar voor de doelgroep van dit boek, jongeren vanaf een jaar of 13. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten