zaterdag 22 september 2018

Recensie van 'Manhatan' van Rob Ruggenberg door Petra van der Heijden

Ruggenberg, Rob (2009). Manhatan, Amsterdam, Querido

Het is 1642. Als Peye, zoon van een alleenstaande moeder in Amsterdam, hoort dat zijn vader gouverneur is van Nieuw-Amsterdam, besluit hij aan te monsteren op een schip om zijn vader in de Nieuwe Wereld te gaan zoeken. Vlak voor de kust vergaat het schip en spoelt Peye halfdood aan op het strand waar hij vriendschap sluit met Waupatukway, een indiaans meisje dat uit haar dorp is gevlucht en  Manuel, een ontsnapte jonge slaaf. Als ze ontdekt worden, blijft Wapuatukway zwaar gewond achter bij Lady Moody en worden Peye en Manuel naar Nieuw-Amsterdam gestuurd. Daar komt Manuel na een lijfstraf bij zijn oude baas te werken en moet Peye als kokshulpje gaan werken. Peye heeft beloofd Manuel te bevrijden maar dat lukt hem niet. Als Peye erachter komt dat Waupatukway opgehangen dreigt te worden omdat ze iemand vermoord zou hebben, weet Peye haar en Manuel met een list te bevrijden en met hen naar het moeras te vluchten. Uiteindelijk moet Peye dat met zijn eigen leven bekopen als hij in het drijfzand terecht komt en verdrinkt.

Manhattan is een superspannende, historische jeugdroman die je meeneemt naar het New York van 400 jaar geleden. Het verhaal speelt zich af op het eiland Manhatan (het tegenwoordige Manhattan) en het Lange Eiland (Long Island) in het jaar 1643, als de Nederlanders er de baas zijn. Het boek beschrijft het begin van de indianenoorlogen van Kieft. Rob Ruggenberg schetst met Manhatan een geloofwaardig beeld van hoe het was in Nieuw-Amsterdam op Manhatan.

De drie hoofdpersonen worden alle drie goed uitgewerkt. Ieder met hun eigen achtergrond waardoor je echt met hen meeleeft en sympathie voor hen krijgt.

Voor Peye, de jongen uit Amsterdam, die bij de herberg van Pieter de Winter telkens op zijn moeder staat te wachten. Zijn moeder die als dienstmeisje bij de familie Kieft zwanger is geraakt, daar weggestuurd is en geen andere mogelijkheid ziet dan om als prostituee de kost te verdienen. Ruggenberg zorgt er met zijn gedetailleerde beschrijving van Amsterdam voor dat je Peye door de smalle straatjes in de achterbuurten van Amsterdam naar de Cingel ziet lopen, naar de grachten met de statige grachtenpanden.
Of voor Waupatukway, het indianenmeisje dat uit haar dorp gevlucht is en met haar moo’hool een stuk over zee is gevaren en helemaal alleen is overgebleven. Je krijgt als lezer ontzettend veel respect voor haar dat ze als jong meisje in staat is alleen te overleven, zonder man om haar te helpen. “Waupatukway zweeg. Ze dacht na over wat haar moeder zei. En ineens drong de betekenis daarvan tot haar door. Omdat ze kon jagen kon ze voor zichzelf zorgen. De andere vrouwen in de stam hadden een man nodig. Zij niet.”(p.197) . En datzelfde geldt ook voor Manuel, een ontsnapte slavenjongen. Hij was net als alle andere slaven naar Nieuw-Amsterdam gebracht door de West-Indische Compagnie (WIC).

De personages van Peye en Waupatukway zijn verzonnen maar de meeste personages, zoals Peyes moeder, Willem Kieft, Lady Moody en Manuel hebben echt bestaan. Maar ook het houten paerd, de driekantige balk met scherpe bovenkant, waar Manuel voor straf twee dagen op moet zitten en Herberg Het Houten Paaerd hebben echt bestaan.  De research voor dit verhaal is grondig gedaan en dat maakt het verhaal levensecht. Door talrijke authentieke bronnen te gebruiken weeft Ruggenberg de levens van de drie kinderen ineen tot één groot en onthullend avontuur. 
 
Wat ik knap vind is dat Ruggenberg naast het vertellen van een spannend verhaal de groezelige kant van de  Nederlandse geschiedenis niet uit de weg gaat. Het is heel knap hoe hij door aangrijpende dialogen de impact laat zien van wat de Nederlanders met de indianen hebben gedaan in opdracht van Willem Kieft.  “Dronken? Zei de soldaat. Hij lachte raar. Ik hoop dat ik nooit meer nuchter word. Ik heb meegedaan aan die moordpartij! Waarom? Omdat de sergeant het zei? Ik lijk wel gek.“(p.183).

Manhatan is Ruggenbergs derde historische avonturenboek en niet voor niets in 2009 genomineerd voor de Thea Beckman-prijs voor het beste historische jeugdboek. Dit boek is uitstekend geschikt voor kinderen vanaf elf tot veertien jaar. Dé leeftijdsfase voor het historische verhaal en door de prettige schrijfstijl en aansprekende dialogen fijn om te lezen voor kinderen die van spannende historische verhalen houden en het leuk vinden zich in te leven in personen uit andere culturen.  
Een Amsterdamse jongen, een indiaans meisje en een zwarte slavenjongen vechten voor hun leven en vrijheid. Zij kunnen alleen overleven door hun vriendschap en trouw aan elkaar. Dat dat allemaal niet zo vanzelfsprekend en eenvoudig is, laat Ruggenberg op meeslepende manier zien.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten