maandag 24 september 2018

Recensie van 'Schuld' van Anne-Rose Hermer, door Martijn Mooij

Hermer, Anne-Rose (2011). Schuld. Amsterdam, Uitgeverij Eenvoudig Communiceren.

‘Schuld’ van Anne-Rose Hermer is een typerend verhaal voor jongeren vanaf 15 jaar, geschreven in eenvoudige taal voor jongeren die moeite hebben met lezen.

Als de 17-jarige John een scooterongeluk krijgt bij de schoenenwinkel van Osman, beginnen zijn problemen met geld. Hij moet de eigenaar van de schoenenwinkel 2000 euro betalen en daarnaast is zijn scooter kapot. Hij heeft echter geen opleiding en werk. Natuurlijk zoekt hij een baantje, maar al snel ontdekt hij dat er nog meer manieren zijn om aan geld te komen. Zijn schuld neemt echter ook toe…

De keuze voor dit boek lijkt al snel gemaakt voor de 15-jarige scholier. Het is lekker dun (104 blz.), de zinnen zijn kort en het verhaal leest makkelijk weg. Bovendien is het een heel herkenbaar boek voor jongeren van deze leeftijd. Zo heeft John een mp3-speler, is kleding erg belangrijk voor hem en probeert hij geld te verdienen met een bijbaantje. Daarnaast zijn vrienden erg belangrijk voor hem en heeft hij een rolmodel: Enzio, die op een dure scooter rijdt, dure kleren draagt en gouden kettingen heeft. Niet alleen John, maar ook zijn vrienden Manuel en Kevin bewonderen hem.

Persoonlijk vind ik de verhaallijn te eenvoudig, en de zinnen erg kort. Hoewel het geschreven is voor 15-jarigen en de personen in het verhaal ook in deze leeftijdsfase zitten, doet de schrijfstijl me meer denken aan een boek voor kinderen van de basisschool. Mijns inziens kan iemand van deze leeftijd meer aan, zelfs als deze moeite heeft met lezen. Het thema ‘schuld’ had dan ook complexer uitgewerkt kunnen worden, samen met alle psychologische dilemma’s die hierbij een rol kunnen spelen. Dit alles komt wel aan bod, maar op een erg eenvoudige wijze.

De opzet van de schrijfster met dit boek is ongetwijfeld om jongeren met problemen aan het denken te zetten. In zekere zin is dit gelukt. Je volgt van bladzijde tot bladzijde de persoonlijke en morele ontwikkeling van John die stukje bij beetje wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn geldschuld en geleidelijk aan leert hij hoe hij hier verantwoordelijker mee om kan gaan. Zo leer je hem eerst kennen als een jongen die het al snel opgeeft bij tegenslagen (bijvoorbeeld met zijn bijbaantje) en vervolgens leer je hem kennen als een naïeve jongen die zich onbewust inlaat met onbetrouwbare geldschieters (‘runners’) en die in elkaar wordt geslagen als hij zijn geld komt terugbrengen. Op het einde van het boek is hij echter een jongen die door hard werken zijn schuld wil afbetalen, waarmee de auteur duidelijk lijkt te willen maken dat hard werken beloond wordt.

Toch kun je je kunt je afvragen of de auteur niet haar doel voorbijschiet. Het verhaal bevestigt namelijk vooral het stereotiepe beeld van een luie Antilliaanse jongen met geldschulden en criminele vrienden. Dit komt mede doordat de schrijfster teveel jongerenkwesties bij één persoon legt, alsof alle jongeren van deze leeftijd dezelfde ding meemaken. Achtereenvolgens, in nog geen 100 bladzijden, lees je dat hij onverantwoordelijk met geld omgaat, verkeerde vrienden heeft, dure kleren koopt, geld gaat lenen bij onbetrouwbare instanties, met verkeerde types in aanraking komt, werk zoekt en weer kwijtraakt, leert plannen met een agenda, een vriendin krijgt, en ga zo maar door. Dit zijn weliswaar herkenbare zaken in algemene zin, maar de schrijfster lijkt hiermee te generaliseren, zeker gezien het feit dat zijn vrienden niet anders zijn dan hij.

Hoewel het boek leerzaam kan zijn voor jongeren, vind ik de toon hiervan soms wat te overheersend en te moraliserend. Zo wordt een begrip als ‘premie’ voor een verzekering op een wel erg overdreven manier uitgelegd, alsof John weinig snapt: “John snapt het niet goed. Zijn vader legt het uit. ‘Voor een verzekering moet je betalen. Dat heet premie. Ik krijg ieder jaar een rekening van de verzekering. Dat is de premie voor het hele jaar. Als je die niet betaalt, dan ben je niet verzekerd.” (p. 15). Op een andere plek wordt er verteld dat bellen naar de Antillen extra belkosten met zich meebrengt, alsof iemand van 15 jaar dat niet zou beseffen. En als John zijn moeder vertelt dat hij naar het Jongerenloket gaat, zegt zij op een belerende manier: “Jij bent nu goed bezig. Je deed niets, John. Helemaal niets. Daarom heb ik je het huis uitgezet. Ik houd heel veel van je, John. Ik vond het vreselijk moeilijk om je weg te sturen. Maar er moest iets gebeuren. Begrijp je nu waarom ik het gedaan heb? Je kunt toch niet de rest van je leven de halve dag op bed liggen?” (p. 81). Deze moraliserende toon herhaalt zich meerdere keren door het verhaal heen als andere mensen John een raad geven.

Tenslotte vind ik het einde van het boek erg abrupt. De bijkomstigheid van een vriendin lijkt nog snel even aan het verhaal te zijn toegevoegd. Er is dan ook geen duidelijk einde, behalve dan dat John geleerd heeft met zijn schulden om te gaan. De schrijfster lijkt haar punt bereikt te hebben en het daarbij te willen laten.

Kortom, het boek zou ik niet direct aanbevelen voor gebruik op school vanwege het niveau, de (te) eenvoudige schrijfstijl en de weinig vernieuwende opzet. Ook jongeren die moeite hebben met lezen zouden in literair opzicht meer mogen verwachten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten