‘Schuld’ van
Anne-Rose Hermer is een typerend verhaal voor jongeren vanaf 15 jaar,
geschreven in eenvoudige taal voor jongeren die moeite hebben met lezen.
Als de 17-jarige John een scooterongeluk
krijgt bij de schoenenwinkel van Osman, beginnen zijn problemen met geld. Hij
moet de eigenaar van de schoenenwinkel 2000 euro betalen en daarnaast is zijn
scooter kapot. Hij heeft echter geen opleiding en werk. Natuurlijk zoekt hij
een baantje, maar al snel ontdekt hij dat er nog meer manieren zijn om aan geld
te komen. Zijn schuld neemt echter ook toe…
De keuze voor dit boek lijkt
al snel gemaakt voor de 15-jarige scholier. Het is lekker dun (104 blz.), de
zinnen zijn kort en het verhaal leest makkelijk weg. Bovendien is het een heel
herkenbaar boek voor jongeren van deze leeftijd. Zo heeft John een mp3-speler,
is kleding erg belangrijk voor hem en probeert hij geld te verdienen met een
bijbaantje. Daarnaast zijn vrienden erg belangrijk voor hem en heeft hij een
rolmodel: Enzio, die op een dure scooter rijdt, dure kleren draagt en gouden
kettingen heeft. Niet alleen John, maar ook zijn vrienden Manuel en Kevin
bewonderen hem.
Persoonlijk vind ik de
verhaallijn te eenvoudig, en de zinnen erg kort. Hoewel het geschreven is voor
15-jarigen en de personen in het verhaal ook in deze leeftijdsfase zitten, doet
de schrijfstijl me meer denken aan een boek voor kinderen van de basisschool.
Mijns inziens kan iemand van deze leeftijd meer aan, zelfs als deze moeite
heeft met lezen. Het thema ‘schuld’ had dan ook complexer uitgewerkt kunnen
worden, samen met alle psychologische dilemma’s die hierbij een rol kunnen spelen. Dit alles komt wel aan bod, maar op een erg eenvoudige wijze.
De opzet van de schrijfster
met dit boek is ongetwijfeld om jongeren met problemen aan het denken te zetten.
In zekere zin is dit gelukt. Je volgt van bladzijde tot bladzijde de
persoonlijke en morele ontwikkeling van John die stukje bij beetje wordt
geconfronteerd met de gevolgen van zijn geldschuld en geleidelijk aan leert hij
hoe hij hier verantwoordelijker mee om kan gaan. Zo leer je hem eerst kennen als
een jongen die het al snel opgeeft bij tegenslagen (bijvoorbeeld met zijn
bijbaantje) en vervolgens leer je hem kennen als een naïeve jongen die zich
onbewust inlaat met onbetrouwbare geldschieters (‘runners’) en die in elkaar
wordt geslagen als hij zijn geld komt terugbrengen. Op het einde van het boek
is hij echter een jongen die door hard werken zijn schuld wil afbetalen,
waarmee de auteur duidelijk lijkt te willen maken dat hard werken beloond
wordt.
Toch kun je je kunt je
afvragen of de auteur niet haar doel voorbijschiet. Het verhaal bevestigt
namelijk vooral het stereotiepe beeld van een luie Antilliaanse jongen met
geldschulden en criminele vrienden. Dit komt mede doordat de schrijfster teveel
jongerenkwesties bij één persoon legt, alsof alle jongeren van deze leeftijd dezelfde
ding meemaken. Achtereenvolgens, in nog geen 100 bladzijden, lees je dat hij
onverantwoordelijk met geld omgaat, verkeerde vrienden heeft, dure kleren
koopt, geld gaat lenen bij onbetrouwbare instanties, met verkeerde types in aanraking
komt, werk zoekt en weer kwijtraakt, leert plannen met een agenda, een vriendin
krijgt, en ga zo maar door. Dit zijn weliswaar herkenbare zaken in algemene zin,
maar de schrijfster lijkt hiermee te generaliseren, zeker gezien het feit dat
zijn vrienden niet anders zijn dan hij.
Hoewel het boek leerzaam kan
zijn voor jongeren, vind ik de toon hiervan soms wat te overheersend en te
moraliserend. Zo wordt een begrip als ‘premie’ voor een verzekering op een wel
erg overdreven manier uitgelegd, alsof John weinig snapt: “John snapt het niet goed. Zijn vader legt het uit. ‘Voor een
verzekering moet je betalen. Dat heet premie. Ik krijg ieder jaar een rekening
van de verzekering. Dat is de premie voor het hele jaar. Als je die niet
betaalt, dan ben je niet verzekerd.” (p. 15). Op een andere plek wordt er
verteld dat bellen naar de Antillen extra belkosten met zich meebrengt, alsof
iemand van 15 jaar dat niet zou beseffen. En als John zijn moeder vertelt dat
hij naar het Jongerenloket gaat, zegt zij op een belerende manier: “Jij bent nu goed bezig. Je deed niets, John.
Helemaal niets. Daarom heb ik je het huis uitgezet. Ik houd heel veel van je,
John. Ik vond het vreselijk moeilijk om je weg te sturen. Maar er moest iets
gebeuren. Begrijp je nu waarom ik het gedaan heb? Je kunt toch niet de rest van
je leven de halve dag op bed liggen?” (p. 81). Deze moraliserende toon herhaalt zich
meerdere keren door het verhaal heen als andere mensen John een raad geven.
Tenslotte vind ik het einde
van het boek erg abrupt. De bijkomstigheid van een vriendin lijkt nog snel even
aan het verhaal te zijn toegevoegd. Er is dan ook geen duidelijk einde, behalve
dan dat John geleerd heeft met zijn schulden om te gaan. De schrijfster lijkt
haar punt bereikt te hebben en het daarbij te willen laten.
Kortom, het boek zou ik niet
direct aanbevelen voor gebruik op school vanwege het niveau, de (te) eenvoudige
schrijfstijl en de weinig vernieuwende opzet. Ook jongeren die moeite hebben met
lezen zouden in literair opzicht meer mogen verwachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten