zondag 30 september 2018

Reactie op recensie 'Verdacht' van Martijn Mooij, door Kristel Derksen

Slee, Carry (2016). Verdacht. Amsterdam: Overamstel uitgevers.

'Verdacht' van Carry Slee (2016) is een spannend boek over valse verdenkingen, vriendschap en buitensluiten.




Zoals Mooij vertelt in de recensie, past het boek zeker bij de jonge adolescentiefase. Je ziet duidelijk dat veel personages in het boek op zoek zijn naar zichzelf, zeker niet alleen de hoofdpersonage Tess, maar ook Victor, het vriendje van Tess. Je ziet hem worstelen met de verdenkingen, het liefdesverdriet en de meningen van zijn klasgenoten wanneer Tess wordt verdacht van diefstal. 
Ook kenmerkend is het vertellen vanuit de schrijver. Het gaat voornamelijk om Tess, maar Victor en de anderen komen hier in voor. Alles wordt verteld in de hij/zij-vorm. Hierdoor kom je sneller dan Tess te weten waar de verdenkingen op gebaseerd zijn en hoe de problemen uit het boek opgelost worden. Je kunt je door de manier van schrijven goed inleven in de personages in het boek.

"Je hebt gelijk het is een totaal andere man (...) Misschien is hij wel onschuldig" (p. 205)
Lange tijd wordt je vastgehouden door een mening vanuit de personages, maar ook zoals de schrijfster het brengt. Duidelijkheid komt pas vrij laat in het boek naar voren, waardoor het boek geen standaard in te vullen verhaal betreft. Wel vind ik dat het boek aan het einde toch snel lijkt afgeschreven, inclusief 'happy end'.

In de alinea over pesten bij de recensie van Mooij wordt er duidelijk beschreven dat er één persoon is wie iedereen tegen Tess kan opzetten. Dit sluit heel erg aan bij de belevingswereld en helaas ook de werkelijkheid van veel gepeste jongeren. Je ziet in het verhaal dat Paulien ook niet altijd zeker is, maar verder is het jammer dat je niet meer van haar te weten komt. Hier zou Slee nog meer in kunnen betekenen.

Mooij beschrijft over dergelijke 'schuttingtaal' in het boek, wat zou afdoen aan het moraal van het verhaal. Hier ben ik het niet geheel mee eens. Natuurlijk zouden daar ook woorden gebruikt kunnen worden zoals wij die in het, wat men ABN noemt, geschreven kunnen worden. Maar ik denk dat de jongere lezers dit juist als stoer/leuk ervaren. Deze manier van schrijven spreekt wel aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Nadeel is denk ik wel, dat er over een aantal jaren andere taal wordt gebruikt en dit mogelijk als ouderwets gezien gaat worden.
"Wat die chick bij jou heeft geflikt, zou ik nooit pikken". (p. 190)
  
Mooij benoemt dat het boek een nét iets te opvallend begin én einde heeft. Dit beaam ik. De kans dat er een overval plaats vindt en dat dit ook nog een gefilmd wordt, door toevallig de dochter van degene van wie het busje is, maakt het wel ongeloofwaardig. Jammer dat deze clichés in het boek voorkomen, al zorgt het voor daarna wel voor een spannende ontdekking. Je zou deze vorm van jeugdboeken bijna als lectuur kunnen typeren.

De manier van de opbouw in het boek is door mij als zeer prettig ervaren. Het verhaal is chronologisch en heeft duidelijke hoofdstukken. Daarnaast zijn de hoofdstukken goed te behappen, waardoor je het in één keer door kunt lezen, voor je het boek weg legt.

Carry Slee is er opnieuw in geslaagd om een mooi boek te schrijven, welke een ontspannende functie heeft (even weg van de buitenwereld, in het boek kruipen), maar toch zeker ook met een boodschap voor jongeren. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten