zondag 23 september 2018

Reactie op recensie 'Het leven van een loser zwaar de klos', van Ronald van Amersfoort, door Stef Hummelink


Van Amersfoort schrijft in zijn recensie: "De situaties in het boek zijn allemaal zo beeldend beschreven dat ik het boek grinnikend heb gelezen. De scènes zijn soms bijna van slapstick-achtige vorm, maar zorgen ook voor herkenning, waardoor je automatisch terugdenkt aan je eigen puberteit. Als in een film word je meegenomen van de ene naar de andere scène zonder dat het gaat vervelen."

Ik ga hier deels in mee. De slapstickachtige scènes, zoals Van Amersfoort ze noemt, maken inderdaad dit boek. Echter, voor mij is dit boek geen feest der herkenning. Doordat Bram, de hoofdpersoon, karikaturaal wordt neergezet, is identificatie lastig. De werkelijkheid en het boek staan ver van elkaar. Het is vooral erg grappig. Zoals de passage over Rosa, een meisje met wie Bram absoluut niet wil dansen: "Voor zover ik weet is Rosa het enige meisje dat ooit geschorst is bij ons op school, en dat was omdat ze de leraar had gebeten. Feitelijk heeft Rosa maar één voortand, omdat de andere in de elleboog van meneer Kreupelhout is blijven steken." (p66)
In zijn recensie zegt Van Amersfoort: "Je wil je laten meenemen in de cynische humor van Bram die deze mensen beschouwt en gebruikt om zijn eigen doelen in het leven te bereiken. Voorgaande zorgt ervoor dat Kinney op deze manier het lezen van een boek laagdrempeliger maakt."

Hier ben ik het volledig mee eens. De manier van schrijven, de woordkeuze, de geinige bijzinnetjes, het vergroot het leesplezier. Regelmatig heb ik moeten lachen. Ik ben ervan overtuigd dat ik als 12-jarige ook had moeten grinniken. Voorbeeld van zo'n grappige passage: "Ik denk dat ik niet zo'n goede indruk op Babette heb gemaakt. We zijn nu bezig met anatomie en de laatste paar dagen zijn we kikkers aan het ontleden. Ik word heel gauw misselijk van dat soort dingen, dus ik laat het ontleden aan Babette over terwijl ik zelf aan de andere kant van het lokaal ga staan en probeer niet te overgeven. *KOKHALS, KOKHALS*." (p125)

Complexe en abstracte ongerijmdheden zijn voor kinderen vanaf 12 jaar steeds beter te begrijpen. Na het elfde jaar evolueert de humor niet meer fundamenteel (Van Coillie, 2007). Het is daarom ook uiterst geschikt voor deze leeftijdscategorie vanaf 12 jaar. Een jonge hoofdpersoon op zoek naar zichzelf in een boek dat doordrenkt is van cynische humor. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten