Reactie op recensie 'Hoe overleef ik zonder liefde? van Veronie van Velzen, door Esther van Lavieren
Francine Oomen (2006), Hoe overleef ik (zonder) liefde?
Uitgeverij: Em. Querido's Uitgeverij B.V.
Hoe overleef ik (zonder) liefde? Een boek over liefde en angst, over vertrouwen en onzekerheid, over vriendschap en verwachtingen.
Veronie geeft aan in haar recensie aan dat er in dit boek belangrijke problemen en issues aan de orde komen en neemt als voorbeeld de diepe kloof die kan ontstaan tussen ouders en kind bij uithuwelijking. Zo worden meer belangrijke thema’s voor deze leeftijdscategorie belicht zoals ook het thema echtscheiding. De ouders van Rosa zijn ongeveer 6 jaar geleden gescheiden en Rosa blijft met deze scheiding worstelen. Tegenwoordig krijgen veel kinderen hiermee te maken. In dit boek wordt serieus ingegaan op het gevoel dat Rosa 6 jaar later bij de scheiding heeft en hoe haar moeder haar hiermee helpt door er met haar over te praten: “Roos, het was zo’n moeilijke en ingewikkelde tijd…Ik zat zo met mezelf in de knoop. Misschien had ik het je eerder moeten vertellen, maar je was toen pas tien jaar. Je had het niet begrepen.” (blz.17) In het boek heeft Rosa meer van deze gesprekken met haar moeder waarin deze laatste vertelt hoe die tijd voor haar als vrouw en moeder was. Voor kinderen die in deze situatie zitten zou dit hen kunnen helpen omdat het ook vanuit het perspectief van een ouder wordt uitgelegd. De eigenzinnigheid en kwetsbaarheid van meisjes van deze leeftijd komt vaak naar voren zonder het overdreven zwaar aan te zetten.
Welkom op de fictieblog van D1A - docent Arjen Speekenbrink - Inspireer anderen en raak geïnspireerd!
zondag 30 september 2018
Reactie op recensie 'Verdacht' van Martijn Mooij, door Kristel Derksen
Slee, Carry (2016). Verdacht. Amsterdam: Overamstel uitgevers.
'Verdacht' van Carry Slee (2016) is een spannend boek over valse verdenkingen, vriendschap en buitensluiten.
zaterdag 29 september 2018
Recensie van 'Binnenstebuiten' van Ruby de Witte door Janine Rietveld- Nefkens
Recensie van poëziebundel 'Binnenstebuiten' van de Witte, R. (2010). Van Holkema en Warendorf, Houten/Antwerpen.
Samenvatting
Het boekje van Ruby de Witte bevat 20
gedichten geschreven door een 16-jarige, waarbij als rode draad het
onevenwichtige gevoelsleven van de puber wordt verwoord. De gedichten beschrijven uiteenlopende
belevenissen die van alledag kunnen zijn: een observatie in een park, een
overpeinzing over de toekomst, het laatste lesuur van de week of een donker
gevoel in een sombere tijd.
Als ik uitga van de leesfasen van Coillie (2007) is deze bundel met name geschikt voor adolescenten. De hoofdpersoon in de gedichten, tevens de schrijfster, is op zoek naar zichzelf en laat de confrontatie zien met haar persoonlijke twijfels en emoties.
Daarbij wil ik wel opmerken dat ik de gedichten met name voor bepaalde typen
pubers herkenbaar acht. Het zal een doelgroep aanspreken die bewuster met hun pubertijd of met thema's van de pubertijd omgaat en bewuster in de
wereld staat.
Een mooi voorbeeld hiervan is het gedicht 'Kon ik maar iets doen' (blz. 25). Hier wordt heel mooi de wisselwerking van de puber weergegeven die
zich enerzijds heel erg bewust wordt van wat er in de wereld gebeurt, maar het
ook nog heel erg op zichzelf betrekt. 'Die dag zag ik iets ergs' (regel 1), 'en ik voelde me schuldig' (regel 4) en ‘Misschien kwam die ramp wel deels door
mij’ (regel 7-8). De schrijfster laat hier haar vermogen tot zelfreflectie zien, wat nogmaals onderstreept dat de gedichten geschikt zijn voor jongeren in de fase van de midden-adolescentie.
Sommige gedichten zijn aangrijpend, omdat ze zo raak zijn verwoord en herkenbaar zijn. Zoals het gedicht 'De regel van onsterfelijkheid' (blz. 38-39). 'Een meisje uit onze buurt is laatst zomaar overreden' (strofe 4, regel 1-2), hier lees je de clash met de realiteit. Het puberbrein dat roept 'mij kan niks overkomen', zoals strofe 7 duidelijk maakt: ‘Ons zal dit echt niet
gebeuren, al wordt het tegendeel zo vaak bewezen, de dood zullen wij niet
vrezen.’ Of: 'Ons zal het echt niet gebeuren' (strofe 8, regel 1): de gemiddelde puber waant zich inderdaad onsterfelijk, je denkt dat je alles kunt en je durft
alles en zoekt grenzen op. Versus de pijnlijke bewustwording dat het de
realiteit is dat iemand dood kan gaan en je je hiertegen wil verzetten: ‘Want kinderen van onze
leeftijd horen nog niet dood te gaan, al doen we er soms alles aan.’ (strofe 9).
De schrijfster is er in mijn optiek absoluut in geslaagd haar bundel zo te schrijven dat ook ouders en iedereen die direct betrokken is bij opgroeiende adolescenten, worden aangesproken tot de inhoud van haar gedichten. Ze slaat een mooie brug die het mogelijk maakt om op een heel toegankelijke manier je te verplaatsen in het puberbrein.
De bundel leent zich ook uitstekend voor activiteiten in de klas, en dan met name als onderdeel van mentorlessen en lessen die betrekking hebben op de sociaal emotionele ontwikkeling. Zo kan naar een bepaald gedicht uit de bundel worden toegewerkt, door vooraf een thema aan te snijden, maar ook kunnen leeservaringen worden uitgewisseld nadat iedereen één bepaald gedicht heeft gelezen. De thema's in de bundel zullen actueel blijven en dus kan de bundel blijvend een bron van inspiratie zijn voor de inhoud van lessen.
De stijl van de gedichten is wisselend, zo rijmt het ene gedicht wel en de andere niet, heeft het ene een fijn cadans en ontbreekt dat bij een ander, maar de gedichten spreken zo enorm aan, dat je blijft doorlezen tot je ze alle 20 hebt gelezen, om vervolgens weer vooraan te beginnen ,omdat je ze helemaal tot je wil nemen.
Janine Rietveld
Reactie op recensie '#Laatste Vlog' van Marloes Steerneman, door Janine Rietveld- Nefkens
Carry Slee,
2017, #Laatste Vlog, Amsterdam, Overamstel uitgevers.
Steerneman, M., maakt in haar samenvatting direct duidelijk hoe het boek diverse perikelen beschrijft van een groep vrienden en dat deze zowel alledaagse als uitzonderlijke gebeurtenissen betreffen. In het waardeoordeel dat zij vervolgens schrijft, lees ik: 'In dit boek ….. beste vriend.' en ik ben van mening dat deze alinea niet hoort bij haar waardeoordeel., maar nog een onderdeel is van de samenvatting. Ze sluit haar waardeoordeel wel af met een structureel argument over de start van het verhaal met een dramatische gebeurtenis en het tempo waarin gebeurtenissen elkaar opvolgen.
Steerneman, M. maakt ook gebruik van andere argumenten. Ze beschrijft wat haar heeft aangegrepen in de verhaallijn van Noud en legt ook helder uit waarom dat zo is en hoe zij het interpreteert. 'Doordat hij het gevoel heeft dat zijn vader hem niet steunt, wordt zijn schuldgevoel alleen maar groter.'
In de verhaallijn van Susan maakt Steerneman, M. gebruik van argumenten ten behoeve van de leerzaamheid wanneer zij schrijft wat Susan, de dochter van de stiefvader van Roos, een lid van de genoemde vriendengroep, overkomen is. Ze legt een link tussen het verhaal en een actueel probleem: 'grooming', waarbij ik van mening ben dat zij dit begrip kort had mogen expliciteren. Ondanks dat het een actueel probleem betreft, weten namelijk veel jongeren niet wat dit betekent en dat met name die jongeren meer risico lopen hier slachtoffer van te worden.
Ze beoordeeld het boek als 'mooi en leerzaam vanwege de realistische en actuele onderwerpen waar kinderen liever niet over praten'. Het is mijn ervaring als docent, dat de jeugd graag praat over dergelijke onderwerpen wanneer het nog als leerzaam wordt ervaren. Het wordt moeilijk wanneer een jeugdige al een slachtoffer is. Het wordt mij als lezer van de recensie niet duidelijk wat je als lezer daadwerkelijk leert door het lezen van het boek, tenzij er als vervolg op lezen lessen of activiteiten aan worden gekoppeld. Om ouders en/of docenten te prikkelen gevaren van grooming tot leerpunt te maken, had die link mooi in de recensie gepast. Bijvoorbeeld hoe 'interpretatievragen' een gesprek naar genoemd thema op gang kan brengen.
In de eerste alinea sluit recensent af met een structureel argument en borduurt daar op voort in de één-na-laatste alinea: 'korte zinnen, alledaagse woorden, geschreven vanuit
het perspectief van de hoofdperso(o)n(en), spannende verhaallijnen'. Voor wat de structuur van de recensie betreft, hadden deze beter bij elkaar kunnen staan.
Ook de verwijzing naar secundaire literatuur in de laatste alinea, vind ik beter passen aan het begin van haar waardeoordeel, zodat direct duidelijk wordt voor wie dit boek volgens haar het meest geschikt is en waarom ze dat vindt. Als een leek deze recensie leest, wordt het onvoldoende duidelijk waarom Steerneman, M. dit boek het meest geschikt vindt voor jeugdige lezers en op basis van welke kenmerken zij vindt dat het 'net' binnen de literatuur valt.
Recensie van: Schaduwjongen, van Simon Stranger, door Marloes Steerneman
Simon
Stranger, 2014, Schaduwjongen, Amsterdam: Clavis
Schaduwjongen
vertelt het aangrijpende verhaal over Samuel die weg vlucht uit West- Afrika en
op Gran Canaria belandt. Daar ontmoet hij Emilie. Kort daarna wordt hij
opgepakt en uitgezet. Drie jaar later gaat hij naar Emilie op zoek en staat hij
ineens voor haar deur in Noorwegen. De tijd tussen hun ontmoeting en weerzien
is een aangrijpend en realistisch
verhaal. Het verhaal over de
weerzinwekkende reis die Samuel heeft afgelegd en wat hij tijdens die reis
allemaal heeft meegemaakt en heeft moeten doen om te overleven. Gedreven door
hoop op een beter bestaan voor hem en zijn ouders leeft hij in de illegaliteit,
tot hij wederom wordt opgepakt. De wanhoop en angst om teruggestuurd te worden
maakt dat hij geen uitweg meer ziet waardoor hij uiteindelijk een einde aan
zijn leven maakt.
vrijdag 28 september 2018
Recensie van "Daan & Nadia", van Esther Walraven, door Maud Beyer
Walraven, E. (2016). Daan & Nadia. Houten: Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum.
Dit boek gaat over, zoals de titel al doet vermoeden, Daan en Nadia. Daan is een optimistische, sportieve jongen van zeventien jaar die geniet van het leven. Totdat hij de onvoorstelbare diagnose krijgt dat hij een hersentumor heeft. De vijftienjarige Nadia is het tegenovergestelde van Daan: ze is een somber en gesloten meisje wat geprobeerd heeft zichzelf iets aan te doen. De twee komen elkaar tegen in het ziekenhuis en er ontstaat een band die steeds hechter wordt. Terwijl Nadia worstelt met het leven, vecht Daan tegen de dood...
Dit boek gaat over, zoals de titel al doet vermoeden, Daan en Nadia. Daan is een optimistische, sportieve jongen van zeventien jaar die geniet van het leven. Totdat hij de onvoorstelbare diagnose krijgt dat hij een hersentumor heeft. De vijftienjarige Nadia is het tegenovergestelde van Daan: ze is een somber en gesloten meisje wat geprobeerd heeft zichzelf iets aan te doen. De twee komen elkaar tegen in het ziekenhuis en er ontstaat een band die steeds hechter wordt. Terwijl Nadia worstelt met het leven, vecht Daan tegen de dood...
Recensie van 16 & zwanger wat nu? van Marian Hoefnagel, door Marijke de Heer
Recensie van ’16
& zwanger wat nu?’ uit de Reality Reeks deel 5 (Amsterdam Eenvoudig
Communiceren, 2006) van Marian Hoefnagel, door Marijke de Heer
Esther ligt op haar buik voor
de lage ramen van de woonkamer. Het uitzicht is prachtig. Maar ze kijkt er niet
echt naar. Ze denkt na. Over Joris. Het was zo romantisch geweest op haar
verjaardag. Samen dansen op de muziek van Do. Samen zoenen op de gang. Toen
stiekem samen naar boven, naar haar kamer.
Dit boek maakt deel uit van een serie boeken voor en over jongeren,
over onderwerpen waar jongeren mee te maken kunnen krijgen. Het boek heeft het
keurmerk Makkelijk Lezen. De hoofdstukken en de zinnen zijn kort, de letters
groot afgedrukt. Er zijn veel dialogen in het boek.
Het verhaal is eenvoudig: Esther, de hoofdpersoon, wordt op
haar zestiende verjaardag zwanger van Joris, de coolste jongen van de school.
Zij twijfelt over haar zwangerschap, of ze de baby moet houden of niet. Haar
moeder raadt haar een abortus aan. Er is geen vriendin die raad geeft, noch is er
veel interactie tussen de Joris en Esther. Esther praat heel beperkt over haar
dilemma met haar oma, bij wie ze op aanraden van haar moeder gaat logeren. Op
het einde van het verhaal krijgt Esther een miskraam en sluit het verhaal af
met de slogan van de Rutgersstichting: ‘Praat over condooms met kleren aan’.
In 2016 werden er bijna 3000 abortussen uitgevoerd bij
meisjes tussen de 15 en 20 jaar. Dat is 5,7 promille van het aantal tieners en 10%
van het totaal aantal abortussen. Het gaat hier dus om een serieuze
maatschappelijke problematiek. Ik denk dat het goed is, dat deze problematiek
in boeken voor jongeren aan de orde komt.
Wat mij echter opvalt, is dat er nauwelijks wordt ingegaan
op de verantwoordelijkheden van zowel de ouders, als Esther, als Joris. De
moeder adviseert Esther een abortus: ‘Marlies vindt dat Esther helemaal geen
baby moet krijgen.’(p.40) Ook vriend Joris geeft weinig blijk van
verantwoordelijkheidsgevoel: ‘Shit Es. Wat een pech. Na één keer, verdomme.
Maar een abortus is niet zo erg, hoor. Het lijkt heel rot.’ (p. 65) Kennelijk
is het normaal om verder nergens over door te denken en over door te praten, je
doet wat je leuk vindt en eventuele problemen los je op de voor jou makkelijkste manier op. Alsof je een paar
schoenen probeert, en als het je niet bevalt, dan gooi je ze weer weg. De mens
als wegwerpartikel en sex als consumptiegoed. Er wordt geheel voorbijgegaan aan
welke ethische afweging dan ook. Er wordt eveneens voorbijgegaan aan de
psycho-emotionele conceptie impact van een zwangerschap, wat begint vanaf het
eerste moment van de conceptie. Een gemiste kans!
Het boek is bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 15 jaar,
die moeite hebben met lezen. Daarin lijkt de schrijfster geslaagd. De zinnen
zijn kort en de verhaallijn is duidelijk. Het is goed dat de schrijfster dit
onderwerp aansnijdt, omdat veel jongeren op deze leeftijd reeds hun eerste
seksuele ervaringen opdoen. Het ontbreken van een bredere bedding maakt echter,
dat het verhaal eigenlijk kant noch wal raakt en daardoor vind ik het een
gemiste kans om jongeren over dit onderwerp te laten nadenken. Ik vind dit boek
absoluut geen aanrader!
Recensie van 'September' van Sjoerd Kuyper, door Marijke de Heer
Recensie van
jeugdpoëziebundel ‘September’ (Nieuw Amsterdam, 2009) van Sjoerd Kuyper, door
Marijke de Heer
In september gaan de
vaders dood
en erven de zonen hun
sterfelijkheid
Deze poëziebundel is een herinnering aan de vader van de
dichter, Kees Kuyper. De bundel bevat vele gedichten in een zeer diverse stijl.
Ongeveer halverwege staat de toespraak die de auteur heeft uitgesproken tijdens
de uitvaart van zijn vader: ‘De ogen van een herder en het hart van het lam’,
vergezeld van een foto van de vader met zijn tweejarige zoon op de arm[i].
Tevens worden gedichten van zijn vader in dit verhaal opgenomen. Het is
duidelijk dat de dichter zijn talent niet van een vreemde heeft. In alle
gedichten is het opmerkelijk, dat de dichter met een enkel woord heel treffend
een scala aan beelden weet op te roepen. Dat maakt deze bundel een zeer
boeiende aanwinst.
September, meestal een mooie, zonnige maand, maar ook een
maand waarin je de naderende herfst al ruikt. En dat is precies de sfeer van
deze bundel: herinneringen aan een zonnige jeugd, aan een vader die er voor je
was, maar die nu deel uitmaakt van een andere werkelijkheid. September en
sterfelijkheid, een sterke alliteratie, waardoor het opschuiven van een
generatie blijft haken, het verweesde gevoel, het besef dat je de volgende bent
in de lange rij van generatie op generatie.
Ik houd niet zo van poëzie: ik vind het vaak te vaag, te
gezocht, te van alles wat niet bij mij past. Toch, deze bundel greep me vanaf
de eerste zin, de opdracht: In september
gaan de vaders dood en erven de zonen hun sterfelijkheid. Geen woord
teveel!
Het tweede wat mij opvalt is de brede literaire basis:
verwijzingen naar de klassieke literatuur en de bijbel. Zoals bijvoorbeeld in
het gedicht September (p.8): ‘O Sappho,
laat de meisjes slapen’ en in het gedicht Stof (p.7): ‘en stof legt zich neer aan de voeten van het lam / en stof liep uit
zijn handen en zijn voeten en zijn zij’. Dat maakt wel, dat er kennelijk
bij het lezerspubliek bekend wordt verondersteld, dat ze weten dat Sappho een
lyrische dichteres uit de Oudheid was en tevens moet de bijbelse symboliek
bekendheid genieten, om de portee van deze regels op volle waarde te schatten.
Deze bundel valt onder jeugdpoëzie volgens de site http://www.lezenvoordelijst.nl .
Zoals uit bovenstaande blijkt, vraagt deze bundel het nodige aan belezenheid en
algemene ontwikkeling. Daarmee is deze bundel meer geschikt voor jongeren ouder
dan 15 jaar. Toch kan het mijns inziens ook jongere lezers boeien, afhankelijk
van hun taalgevoel en levenservaring. Immers, iedereen heeft een vader en
herkent mogelijk de gevoelens die deze gedichten bij de lezer oproepen.
Ik vond het een geweldige bundel: geen overtollige woorden,
geen gezochte woordwendingen. Je vraagt je onwillekeurig af hoeveel tijd hierin
is gaan zitten, om al deze woorden zo te rangschikken, al deze zinnen zo te
polijsten, dat ze rechtstreeks in je hart belanden en daar niet meer weggaan.
Maar dat is nou precies het kenmerk van goede poëzie!
donderdag 27 september 2018
Recensie door Marloes Derksen. Green, J. (2012). Een weeffout in onze sterren (N. Lenders, Vert) Rotterdam: Lemniscaat B.V
Een weeffout in onze sterren volgt de 16-jarige kankerpatient Hazel op haar door haar moeder verplichte bezoeken aan een praatgroep. Hazel bekijkt deze praatgroep met een zekere minachting en heeft alleen aansluiting bij Isaac. Wanneer Isaac op een dag de jongen Augustus meebrengt naar de praatgroep, raken Hazel en Augustus aan de praat. Uiteindelijk worden ze verliefd op elkaar. Het boek neemt ons mee in hun ontluikende liefde, met op de achtergrond hun beider ziektes. Hazel is drie jaar voor het boek begint al eigenlijk opgegeven door de medische wetenschap, maar haar leven wordt dankzij een nieuw medicijn toch nog gerekt. Augustus lijkt te zijn genezen van botkanker, maar blijkt er gedurende het verhaal nog steeds aan te lijden...
Reactie op recensie van ‘Chatbox’, van Karen Langens, door Kristel Derksen
Van de Vendel, E. (2006). Chatbox: De gedichten van Tycho Zeling. Amsterdam: Querido’s Uitgeverij bv.
Zoals Langers beschrijft in de recensie over de gevoelens vanuit de hoofdpersoon Tygo, welke omschreven staat op de achterkant van de poëziebundel, gaat het in alle gedichten over de verhouding tussen twee mensen. Deze komen in allerlei varianten aan bod. In de bundel wordt ook gesproken van voorwerpen, waaronder vliegtuigen en bestek in een lade.
Zoals Langers beschrijft in de recensie over de gevoelens vanuit de hoofdpersoon Tygo, welke omschreven staat op de achterkant van de poëziebundel, gaat het in alle gedichten over de verhouding tussen twee mensen. Deze komen in allerlei varianten aan bod. In de bundel wordt ook gesproken van voorwerpen, waaronder vliegtuigen en bestek in een lade.
Koninginnen: een Young Adult boek dat net niet volwassen genoeg is.
Boekgegevens:
Blake, K. (2016) Koninginnen (1e druk), Amsterdam, HarperCollins.
Thematiek
Op een mysterieus eiland worden drie zussen voorbereid op de dag dat ze
koningin worden. Datworden ze alleen als ze eerst hun andere twee zussen doden
en als ze hun persoonlijke mystieke gave op de dag van het Beltane feest aan
het verzamelde volk kunnen laten zien.
Drie machtige politieke en religieuze partijen ondersteunen elk een van de
zussen tijdens hun reis naar de macht. De vraag is aan wie elk van de zussen trouw
gaat zijn. Aan eeuwen oude, maar wrede tradities, aan de liefde voor haar
zussen of voor de liefde van een jongeman. En hoe zullen deze keuzes het lot
van het koninkrijk bepalen?
Is dit een young
adult boek?
Dit boek voldoet aan een aantal criteria die voor YA boeken worden gesteld. Iedere zus is bezig met een duidelijk herkenbare zoektocht naar zichzelf en haar plaats in de samenleving. De schrijfster doet haar best om het boek “literaire diepgang (Ghesquière) mee te geven en slaagt daarin door in ieder geval geen moralistisch verhaal op te hangen. De strijd die plaatsheeft tussen goed en kwaad is niet op voorhand al beslecht. Elke zus maakt een ontwikkeling door en makt in de loop van dat proces keuzes op basis van nieuwe inzichten, waardoor ze tijdelijk dichter tegen “het systeem” aan komt te staan, of er verder van af. Persoonlijke motieven als angst, wraak en liefde geven het geheel wat diepgang.
Dit boek voldoet aan een aantal criteria die voor YA boeken worden gesteld. Iedere zus is bezig met een duidelijk herkenbare zoektocht naar zichzelf en haar plaats in de samenleving. De schrijfster doet haar best om het boek “literaire diepgang (Ghesquière) mee te geven en slaagt daarin door in ieder geval geen moralistisch verhaal op te hangen. De strijd die plaatsheeft tussen goed en kwaad is niet op voorhand al beslecht. Elke zus maakt een ontwikkeling door en makt in de loop van dat proces keuzes op basis van nieuwe inzichten, waardoor ze tijdelijk dichter tegen “het systeem” aan komt te staan, of er verder van af. Persoonlijke motieven als angst, wraak en liefde geven het geheel wat diepgang.
Door het ontbreken van een duidelijke “goed- fout” structuur
past het boek wat mij betreft binnen het bereik van de YA boeken. Meer dan
binnen de verhalen die voor adolescenten worden geschreven. Voor veel van hen
zal het machtspolitieke element waarschijnlijk onvoldoende aansprekend zijn.
Er
is ook te weinig aandacht voor het ontdekken van het eigen lichaam, relaties
met vrienden en vriendinnen en een interne worsteling over “wie ben ik, zoals
jan van Coillie die beschrijft? In dit boek gaat het meer over “ben ik in staat
wreed te zijn en het spel te spelen en zal ik het zelf wel overleven?”.
Ook omdat het avontuur, de beleving hier het persoonlijke overstijgt, past dit boek binnen de verhalen die voor young adults worden geschreven.
Persoonlijk waardeoordeel
In dit boek zijn herkenbaar de emotieve functie, de creatieve functie en de
zingevende functie. De emotieve functie doordat de schrijfster haar best doet
om de lezer mee te nemen en zich te verbinden met de verschillende hoofdrolspeelsters.
Dat doet ze door in de eerste persoon tegenwoordige tijd te schrijven en door bij elk van hen persoonlijke vraagstukken en problemen te beschrijven die ervoor kunnen zorgen dat er betrokkenheid ontstaat van de lezer bij de verhaalfiguur.
Dat doet ze door in de eerste persoon tegenwoordige tijd te schrijven en door bij elk van hen persoonlijke vraagstukken en problemen te beschrijven die ervoor kunnen zorgen dat er betrokkenheid ontstaat van de lezer bij de verhaalfiguur.
Wat in dat opzicht erg jammer is, is dat het verhaal bijna niet te volgen is.
Allereerst door het enorme aantal bijfiguren dat over de pagina’s strompelt. Iedere
machtige familie heeft tien bedienden, zes koks, achtentachtig vertrouwelingen
en nog een paar huisdieren. Die hebben allemaal namen die niet te onthouden
zijn. Laat staan dat je ze uit elkaar kunt houden.
Er zijn weinig momenten in dit verhaal waarbij je ècht kunt
meevoelen met een hoofdpersoon. Waarbij er voelbaar iets diepers gebeurt, zoals
in de scène waarin Katharina een jonge misdadiger moet doden door middel van gif
(blz. 83 t/m 86). Dit is eigenlijk het enige moment waarop het verhaal iets van
intimiteit en persoonlijke betrokkenheid oproept.
Mijn indruk is dat de schrijfster teveel verhaal in te weinig
pagina’s heeft willen persen. Wellicht om haar lezers niet af te schrikken? Ik
denk dat ze hiermee een kans mist, namelijk een uitgebalanceerd verhaal te
schrijven dat boeit en begrijpbaar is.
Wat ook niet helpt is dat de vertaling van landstreken en eigennamen
niet heeft plaatsgevonden. Die zijn allemaal nog in het Engels. En dat werkt in
dit verhaal slecht. Als iemand zegt “we gaan naar het dogwood” (blz. 56) of
naar sealpoint (blz. 112) levert dat een ongemakkelijk effect op bij mij als
lezer. “Hondsbos” en “Walrusrots” zou bijdragen aan het gemak waarmee je jezelf
kunt verliezen in het verhaal.
Wat dit boek wèl doet, is iets nieuws toevoegen aan het fantasy-
genre. Een wrede machtsstrijd tussen drie jonge vrouwen die geen idee hebben
waar ze in zijn belandt en die niet weten wie ze kunnen vertrouwen en waarom?
Dat vind ik best een vernieuwende bodem voor een pakkende fantasy reeks. Helaas
komt dat dus niet uit de verf.
Creatief is het ook. Zoals gezegd is het verhaal geplaatst in een “fantasy- setting”. Een onvindbaar eiland, geregeerd door een wrede godin en groepen bewoners met mysterieuze krachten. Van de krachten die mensen hebben, zijn er drie samenhangend (want te herleiden tot “energetische, magische krachten) terwijl de vierde (gifmengen) daar naar zijn aard buiten valt. Het verhaal verliest daardoor zijn geloofwaardigheid. Want waarom zou iemand in vredesnaam dagelijks grote hoeveelheden giftig voedsel willen eten?
Er is iets van de zingevende functie in dit boek terug te
vinden. De lezer wordt impliciet uitgenodigd om een standpunt in te nemen. Wie
is goed, wie heeft er gelijk? Tegelijkertijd wordt er geen duidelijk waardeoordeel
uitgesproken. Hierin wordt de lezer volledig aan zichzelf overgeleverd, wat passend is voor YA literatuur.
Conclusie
Te veel in te weinig en daardoor een gemiste kans om een echt pakkend en waardevol boek te produceren dat recht doet aan de vernieuwingskracht die van dit verhaal had kunnen uitgaan.
Te veel in te weinig en daardoor een gemiste kans om een echt pakkend en waardevol boek te produceren dat recht doet aan de vernieuwingskracht die van dit verhaal had kunnen uitgaan.
woensdag 26 september 2018
Recensie van 'Pijn' van Mel Wallis de Vries, door Carline Bel
Wallis de Vries, M. (2017). Pijn. Utrecht: Uitgeverij de Fontein.
"Snapchat killer maakt derde slachtoffer” (p. 137)
Mandy zit op de middelbare school en heeft veel aan haar
hoofd. Bij ieder bezoek aan het ziekenhuis is haar moeder weer een stukje
achteruit gegaan in de strijd tegen kanker. De angst om haar te verliezen is
groot. Echter wordt alleen zijn ook een steeds grotere angst voor Mandy. Er is
namelijk in Amsterdam een moordenaar actief die het gemunt heeft op meisjes van
haar leeftijd. De moordenaar deelt daarbij de laatste paar levende minuten van
de slachtoffers via social media. Mandy blijkt de angst achteraf niet voor
niets te hebben..
dinsdag 25 september 2018
Recensie poëziebundel Doodgewoon van Bette Westera & Sylvia
Weve door Chantal Aarts
Westera B. & Weve S., (2014), Doodgewoon, uitgeverij J.H. Gottmer, Haarlem
Samenvatting
De
bundel ‘doodgewoon’ bevat 46 gedichten
die allemaal, zoals de titel misschien al doet vermoeden, met het thema dood
te maken hebben. De dood wordt van alle kanten belicht, vragen rondom de dood,
vragen ‘aan’ de dood, zelfmoord, erfenis, maar ook ‘gewoon’ over dode mensen en
dode dieren. De gedichten zijn afwisselend kort (soms maar 2-3 regels) en lang.
Ieder gedicht bevat wél rijmwoorden. De illustraties spelen een grote rol in
het boek, ze beslaan soms een hele pagina, het gedicht zit dan in de tekening,
best apart.
Waardeoordeel
Meteen
bij het openslaan van het boek valt de inhoudsopgave op vanwege zijn stijl,
overdwars over twee pagina’s. Mijn eerste gedachte, het lijkt een doodskist, maakte me nieuwsgierig naar de rest van het boek. Bij het doorbladeren van de bundel vallen óók de illustraties op. Deze zijn in
gedekte kleuren, zeker niet schreeuwerig, ze zijn één met het gedicht. Subtiel, toch uitbundig en passend bij het thema dood.
Filmrecensie- Spijt! van Carry Slee, door Veronie van Velzen
Verfilming van het boek Spijt! - door Veronie van Velzen
Titel van de film: Spijt!
Regisseur: Dave Schram
Belangrijke acteurs:
Robin Boissevain - David
Dorus Witte - Vera
Stefan Collier - Jochem
Charlotte Bakker - Sanne
Nils Verkooijen - Justin
Rick van Elk - Remco
Gregory Samson - Niels
Dave Mantel Tino - Gymleraar
Roos Ouwehand - Moeder David
Jessica Zeylmaker - Moeder Jochem
Edo Brunner Vader - Jochem
Paul Kooij – Rector
Jaar van verschijning: 2013
Titel van de film: Spijt!
Regisseur: Dave Schram
Belangrijke acteurs:
Robin Boissevain - David
Dorus Witte - Vera
Stefan Collier - Jochem
Charlotte Bakker - Sanne
Nils Verkooijen - Justin
Rick van Elk - Remco
Gregory Samson - Niels
Dave Mantel Tino - Gymleraar
Roos Ouwehand - Moeder David
Jessica Zeylmaker - Moeder Jochem
Edo Brunner Vader - Jochem
Paul Kooij – Rector
Jaar van verschijning: 2013
David zit in de tweede klas van de middelbare school. In
zijn klas zit ook Jochem, een jongen die gepest wordt. Jochem vindt een achtergelaten hond in de duinen, die hij geregeld opzoekt in
het asiel. Hij raakt daar bevriend met Vera. Op een klassenfeest vertelt Jochem
dat hij verliefd op haar is, maar Vera is verliefd op David. Die avond wordt
Jochem dronken. De volgende dag krijgen de leerlingen te horen dat Jochem de
avond daarvoor niet is thuisgekomen, dus Vera en David gaan naar hem opzoek. Hij
blijkt zelfmoord te hebben gepleegd. David gaat verhaal halen bij de pesters en
hij vindt een foto waarop te zien is dat Jochem is dronken gevoerd de avond
voor zijn dood. Op een herdenkingsbijeenkomst op school onthult David dit en iedereen
heeft spijt. Bij de herdenking van Jochem vertelt de moeder van Jochem dat ze
Jochem’s dagboek heeft gelezen. De enige dingen die Jochem nog hoop gaven waren,
Simbad (zijn hond), muziek, Vera en David.
Abonneren op:
Posts (Atom)