zaterdag 13 oktober 2018

Reactie jeugdboek 'Hoe overleef ik mijn vader? (en hij mij!)


Reactie op recensie ‘Hoe overleef ik mijn vader? (en hij mij!)’ van Marieke van Haare door Chantal Aarts.


De recensie van Marieke van Haare heeft me aangespoord het boek zelf te gaan lezen.
Ik was nieuwsgierig naar een aantal dingen o.a. hoe het zou zijn om een ‘los’ deel van een serie te lezen. Daarnaast met betrekking tot de inhoud wilde ik graag weten hoe Rosa haar vader zo ver kreeg zomaar 3 vrienden/vriendinnen mee te nemen op vakantie!

Het boek beschrijft hoe de 17-jarige Rosa met haar vader en 3 vrienden een reis naar Marokko maakt. Iedereen heeft wel een probleem, klein of groot, waar hij/zij mee zit (o.a. depressie, homoseksualiteit, tienermoeder, weggelopen vanwege ‘uithuwelijken’ , scheiding ouders..). Tijdens deze reis wordt ieder min of meer met zijn probleem geconfronteerd.

 

Ik deel grotendeels de mening van Marieke van Haare, ‘..die problemen zijn allemaal uit het leven gegrepen’ hiermee doelt ze op de veelheid aan problemen die in het boek voorkomen. In het boek wordt duidelijk beschreven waar de jongeren tegenaan kunnen lopen:
….‘Je ziet er tegenop hè, om uit de kast te komen?’
 ‘Ja, ik weet niet hoe ik het moet aanpakken.’
‘Ik heb je er al heel wat tips voor gestuurd,’ zegt Rosa. ….(P.171)
In dit stukje zie je het meeleven met de ander, zich in de ander kunnen verplaatsen en begrip kunnen opbrengen voor elkaar.
Door het hele boek heen wordt mijns inziens voortdurend gevoel bij de lezer opgeroepen. Coillie beschrijft dit in de emotieve functie ‘Verhalen kunnen meer doen dan gevoelens oproepen, ze kunnen het gevoelsleven van de lezer verrijken en hem helpen om emoties te verwerken. (P. 20 Leesbeesten en boekenfeesten). Het beschrijven van deze problemen kan jongeren houvast geven, zelfs een gevoel van opluchting geven (gélukkig, ik ben niet de enige..) of een opening creëren om problemen te gaan bespreken. Dit komt dan ook weer duidelijk naar voren in de spreuk die toch wel een grote rol in het boek speelt "zwijgen verscheurt, praten verbindt".

De serie is geschreven voor lezers vanaf een jaar of 10, dan vind ik de problemen die in dit laatste deel  aan de orde komen best pittig. Aan de andere kant is de schrijfstijl echt wel weer op de iets jongere lezer gericht. De zinnen zijn vrij kort en gemakkelijk geschreven.
Zelf word ik tureluurs van de bijnamen Ezzelewopje (P.5), Rozaladielo (P.9),  Rozieabrikozie (P.34), Limbowurmpje (P.158) en vele andere; waarschijnlijk vindt de jongere lezer dit leuk.

De eerste delen van de ‘Hoe overleef ik’ -serie heb ik niet gelezen, hierdoor kostte het mij enige moeite om de personages te achterhalen. Wie is Esther, meneer Rosetti, Steven enzovoort, ik zou de lezer daarom echt aanraden bij deel één te beginnen. Misschien zit er dan ook wel een opbouw in problemen in.

Ronduit apart vind ik het stukje waar Rosa besluit om enkele vrienden mee op vakantie te vragen. Rosa vraagt eerst aan haar vader of er iemand mee mag, haar vader antwoordt ‘..dat ligt eraan..’. Daarna zitten ze met z’n vijven in het vliegtuig. Dit stukje laat veel aan de verbeelding/fantasie over van de lezer. Persoonlijk vind ik dit ongeloofwaardig, maar geeft de jonge lezer wel weer ruimte over het bedenken van een heerlijke vakantie met vrienden.

Net zoals Marieke van Haare ook aangeeft vind ik het einde van het boek, de mailtjes van de schrijfster aan Rosa, erg leuk gevonden. Francine Oomen heeft een bepaalde schrijfstijl die de lezers als prettig ervaren.
Het boek heeft een soort van open einde, je weet niet wat er verder gaat gebeuren met de personages, terwijl je wel tijdens het lezen al een beetje gerustgesteld wordt dat het allemaal wel in orde komt met de verschillende karakters.
Mijn conclusie, een jeugdboek met ‘reële problematiek’, leest gemakkelijk, genoeg herkenningsmogelijkheden voor de lezer, creëert openingen voor gesprekken, biedt oplossingen. Een aanrader, maar begin dan bij deel 1!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten