donderdag 25 oktober 2018


Reactie op recensie van ‘Dingen die je niet kunt zeggen’ van Martijn Mooij door Nikki Croonen

Brabant, Heidi et al. (2008). Dingen die je niet kunt zeggen. Mechelen, Bakermat




Een boek met gedichten van jongeren voor jongeren. De gedichten werden gevonden bij de laureaten van de Soetendaellewedstrijd van Jeugd en Poëzie in Vlaanderen en Stichting Kinderen en Poëzie in Nederland. Ze gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen en verwoorden heel diverse gedachten en gevoelens. Dat is ook logisch aangezien ze door 108 verschillende auteurs zijn geschreven. Deze personen zijn al heel verschillend en dan ook nog eens de verscheidene onderwerpen waar jongeren mee bezig zijn, zoals liefde, vriendschat, maar ook verdriet, rouw en gevoelens waar je je geen raad mee weet.

Mooij begint zijn recensie met: ‘Praktisch gezien is de bundel niet te dik is en ook nog eens leerzaam en origineel, wat jongeren zeker moet aanspreken.’ Dit zou jongeren ook tegen kunnen spreken. De kaft van het boek is heel eenvoudig en niet met een sprekend plaatje, waardoor leerlingen het ook eerder zouden kunnen laten staan.

Verderop in zijn recensie zegt Mooij ‘Persoonlijk vind ik de eenheid tussen inhoud en vorm op sommige pagina’s erg mooi gedaan’ en ‘Qua stijl en formulering zijn de gedichten allemaal kort en eenvoudig, maar daarin zit juist de zeggingskracht, in het bijzonder voor jongeren van rond de 14 jaar.’ Hierbij sluit ik me aan. Het is de vorm van de gedichten die me ook erg aanspreekt. Kort en krachtig, waardoor je gelijk snapt waar een gedicht over gaat en zeker met de herkenbare thema’s is dit voor jongeren een goed boek om met poëzie te starten. De leerlingen zien ook dat de gedichten niet per se rijm hoeven te bevatten om poëzie te zijn. Ook het verspringen van de pagina’s en het meedenken in kleur voegen iets toe aan een gedicht.

Het gedichtje op pagina 15 sprak me ook aan.’ Pubers| met puisterige pestkoppen | richten hun slungelige| woorden| als vlijmscherpe pijlen| op mijn hart.’ Een kort simpel gedichtje, maar wel met een beladen onderwerp. De schrijver geeft aan gepest te worden, maar noemt ze ook nog puisterige pestkoppen. Met een paar korte woorden geeft iemand zo benamingen aan zijn gevoel en je kan hierbij met hem mee voelen en je weet precies waar die het over heeft en toch zie je ook de eenvoud van het gedichtje.
In de volgende uispraak van Mooij ‘Ook zou dit boek zeker goed gebruikt kunnen worden in de onderbouwklassen van de middelbare school. Niet alleen om thema’s als scheiden, angst, de dood, vluchten, enzovoorts aan de orde te brengen, maar ook om jongeren in aanraking te laten komen met eenvoudige gedichten.’ Wil ik hem nog aanvullen. Ik ben het volledig met hem eens dat dit boek gebruikt kan worden op de middelbare school om deze thema’s met een simpel gedicht aan de kaarten. Hiermee kan een leerling zich in herkennen en zichzelf ook uiten. Je zou met een paar van deze simpele korte gedichten leerlingen kunnen inspireren zelf iets over hun gevoel te uiten. Het hoeft geen zwaar beladen gedicht te zijn, maar zoals deze korte gedichtjes door jongeren. Dit kan voor sommige ook inspireren iets van zich af te schrijven. Veel leerlingen kroppen gevoelens op en praten hier minder over. Dat zijn de ‘dingen die je niet kunt zeggen’. Laat ze hier zelf eens een kort gedichtje over schrijven, als ze eraan toe zijn.

Kortom ik ben het volledig eens met de recensie van Mooij en raad ook ik het boek aan aan jongeren en docenten. Ik was verrast door de simpelheid van een kort en klein gedicht en zo kunnen ook jongeren op een eenvoudige manier kennismaken met poëzie en het uiten van gevoelens.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten