Recensie
dichtbundel ‘Doe maar dicht maar’ door Veronie van Velzen
Auteur onbekend.
(2006). Doe maar dicht maar.
Groningen: Xeno, cop.
Elk jaar sturen duizenden Nederlandse en Vlaamse jongeren van 12 tot 18 jaar hun zelfgeschreven gedichten naar Doe Maar Dicht Maar. Uit al die stapels poëzie heeft de jury de honderd mooiste gedichten geselecteerd. Die vind je in deze bundel. De illustraties zijn gemaakt door studenten Communicatievormgeving van Academie Minerva. De Jongens Ronner ontwierpen het omslag.
In ‘Doe maar dicht maar’ worden verschillende thema’s als verliefdheid, dood, oorlog, familie, vriendschap en eenzaamheid naar voren gebracht. De dichters geven een diepere betekenis aan hun eigen gevoelens en daarbij komen de emoties krachtig naar voren. Als lezer word je meegenomen in de gedachten en emoties van de dichters en voel je goed wat zij voelen. Een gedicht dat mij erg raakte en waar het gevoel van de dichter duidelijk in te voelen is, is het volgende gedicht:
‘’Was ik maar
Was ik maar thuis gebleven, En had ik maar mijn mail gecheckt,
We zouden naar de film gaan,
Maar dat kan nu niet meer,
Ze had geschreven ik ben ziek ik kan niet komen,
Maar ik had het niet gezien, net als die auto, Boem!
Nou ben ik er niet meer.
Was ik nou maar thuis gebleven en had ik nou maar mijn mail gecheckt.” (Auteur onbekend, 2006, p. 38).
Dit gedicht geeft,
zonder het exact onder woorden te brengen, emoties krachtig weer. Het
beschrijft een gebeurtenis die écht gebeurd kan zijn, geschreven vanuit het
perspectief van de persoon die er niet meer is. Doordat de eerste twee zinnen
aan het eind nog eens herhaald worden, wordt het gedicht nog krachtiger en
raakt het mij.
Poëzie heeft verschillende functies. Door de compacte vorm werkt het vaak intenser dan bij verhalen. Het laat ook veel open voor de lezer. De gedichten confronteren de lezer met zijn diepste zelf en laten je met andere ogen kijken naar de werkelijkheid. De dood is een passende thema hierbij. Een thema waar men geen controle over heeft. De gedichten hierover laat de dichter en de lezer confronteren met zijn diepste zelf. En de tijd gaat voorbij laat zien hoe intens dit gevoel beschreven kan worden. De eenvoud van de gekozen dichtvorm, de structuur en zinsbouw vind ik prachtig.
“En de tijd gaat
voorbij.
Ik zit in de
tuin, de merel zingt, de peren zijn rijp en de tijd gaat voorbij. Ik zit aan de vijver, het water kabbelt, de vis blubt en de tijd gaat voorbij.
Ik zit in de klas, de leraar zeurt, Nigel kliert en de tijd gaat voorbij.
Ik zit in jouw stoel, en ik denk aan jou, en aan die vreselijke dag, dat jij er ineens niet meer was.
Ik lig in mijn bed en de tijd gaat voorbij, maar niet in mijn hart: daar staat-ie stil" (Auteur onbekend, 2006, p. 61).
Naast serieuze, zware gedichten waarin emoties en gevoelens onder woorden gebracht worden, staan er ook grappige gedichten in de bundel:
“Wat de hemel is voor gelovigen, is mijn kamer voor mij.
Een vrij simpel
gedichtje, waar er bij mij een glimlach verschijnt.
Een aspect wat ik zeker wil benoemen is dat in de dichtbundel prachtige illustraties staan die verschillende gedichten zeker verrijken. Neem bijvoorbeeld het volgende gedicht:
‘’Ik zie een boom, dat is best gewoon.
Ik volg de takken met mijn ogen.
Nu ben ik boven.
Nu via de schors naar beneden, naar de grond en het gras.
Nu nog verder naar beneden waar meer dan een wortel was.’’ (Auteur onbekend, 2006 p. 15)
De letters staan in de vorm van een boom. Dit vind ik goed bedacht en tegelijkertijd ook zeer doordracht van de schrijver.
Volgens Coillie kijken dichters op een bijzondere manier naar de werkelijkheid. Onopvallende details halen ze naar de voorgrond, ze verplaatsen de dingen in een ander perspectief, maken het gewone ongewoon en brengen het fantastische en gedroomde dichterbij. De diversiteit in taalgebruik en woordkeuze, geeft een extra dimensie aan de gedichten in deze bundel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten