Reactie op 'Onder mijn matras de erwt' door Marloes Steerneman.
Marloes
Steerneman vat de bundel samen als een verhaal over een meisje van wie
haar ouders gaan scheiden en oma, op wie ze gek is, langzaam richting
haar einde gaat. Ik wil daarbij aanmerken dat de twijfel over het wel of
niet op vrouwen vallen en de dementie telkens terugkerende onderwerpen
zijn. Marloes vat het eerste wellicht samen door de zoektocht naar
zichzelf naar voren te brengen en het tweede met sterke observaties van
stemmingen en gevoelens. Zou je in algemene zin wel zo kunnen zeggen,
maar ik vind het wel mooi om deze twee telkens terugkerende onderwerpen
te specificeren.
De poppen vind ik een mooie toevoeging aan het
boek, ze zijn inderdaad wel wat eng, maar deze uitstraling wordt met
name door de knikker ogen veroorzaakt. Je moet eigenlijk ook niet naar
de ogen kijken, maar naar wat de pop aan het gedicht koppelt zoals de
erwten, de kool, de riemen enz. en dan kom je tot de waarde van de
poppen voor deze gedichtenbundel.
De zin:'Ted van Lieshout gaat
hierin volledig zijn eigen gang' kan ik alleen maar ondersteunen zijn
eigenheid is echt enorm en maken zijn boeken tot een groot succes.
Marloes
schrijft:'Alle gedichten samen vertellen een verhaal, maar elk gedicht
is weer zijn eigen verhaal. Sommige gedichten kun je lezen alsof je een
verhaal leest. Anderen zijn een gedicht zoals ik ze ken en waar ik 3
keer over na moet denken, wat ik overigens wel leuk vind. De manier
waarop hij schrijft vind ik erg knap. Sommige zinnen zijn dubbelzinnig
of worden door 1 woord met elkaar verbonden, maar de zinnen los van
elkaar betekenen totaal iets anders of het tegenovergestelde.'
Ben
het met Marloes eens m.n. het moeten nadenken over, want moest vaak
terug lezen en sparren met mijn vriendin voor ik de clou had gevonden.
Steerneman
zegt: Het is officieel een jeugdpoëziebundel maar ik vind het meer
geschikt voor volwassenen gezien de diepzinnigheid van de gedichten en
het voorkomen van de poppen.
Marion zegt in haar reactie: De dichtbundel voor meisjes van 12 tot 16 jaar.
Ik
zou deze bundel volgens de leesfasen van Coillie willen indelingen bij
de adolescentie: 15+. De reden is dat deze hoofdpersoon gedurende het
boek groeit naar een meisje op de grens van volwassenheid. Psychologie,
seksualiteit en diepere levensvragen spelen zeer zeker een rol. De
bundel heeft daarnaast een complexere structuur door niet te kiezen voor
een standaard opbouw in de diverse gedichten en de bundel kent toch wel
enkele open plekken en een open einde.
Wat ik fascinerend vond
aan deze gedichten, is dat het meisje erg onzichtbaar is voor de
buitenwereld en zich ook zo voelt, zegt Steerneman. Ik had deze
gedachten ook, maar koppelde de gedachte aan een andere tekst namelijk:
'Er is tot nu toe niemand geweest die heeft gezegd: het is fijn dat je
er bent, we hebben al zolang op je gewacht (pag. 50).
Een andere zin
uit het titelgedicht is mij bij gebleven, namelijk 'Helaas kon ik
alleen maar worden wie ik ben'. Prachtige zin om over na te denken en
het is zo waar!
'Deze bundel is dus niet echt mijn ding maar de
eigenheid van de gedichten en het betrekken van de poppen en vooral de
moeite die is genomen om deze te maken kan ik zeker waarderen.' Ik kan
me daar helemaal in vinden, ik ben ook geen echte poëzie fan, maar kan
me wel voorstellen dat Ted van Lieshout echt gewaardeerd wordt om zijn
kwaliteiten en eigen stijl!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten