Franck,
E. (1999). Met armen te hoekig
voor sierlijke vleugels.
Scherpenheuvel-Zichem: Averbode.
Een
zeer boeiende gedichtenbundel welke geschreven is door Ed Franck. Deze gedichtenbundel
is geschreven voor jongeren, vanaf 12 jaar staat letterlijk aan de achterkant
van de kaft. De theorie sluit hier naadloos bij aan. Er wordt door de vele verschillende
gedichten gezocht naar een eigen identiteit, er wordt (zeer) abstract niveau
geschreven op momenten en er zitten zeer confronterende gedichten tussen die
gaan over de toekomst van de mens en aarde, of de rol die we met elkaar hebben.
Desondanks wil ik, eigenwijs misschien, een kanttekening maken. Ik ben op het moment van schrijven dertig jaar en ik weet zeker dat ik heel erg veel gedichtjes niet zou begrijpen in de volle breedte van de pubertijd. Hier heb ik twee redenen voor. De eerste reden is omdat er veel gedichten instaan die meer herkenbaar zullen zijn wanneer je net wat meer levenservaring hebt. Dit omdat je dan simpelweg meer alledaagse situaties meegemaakt hebt en de kans dus groter is dat je meer kunt herkennen van jezelf wanneer je de bundel leest. De tweede reden is de mate van abstractie, die is erg complex bij een groot aantal gedichten. Ik vraag me af of veel jongeren van twaalf dit begrijpen.
Een van de mooiste gedichten, voor mij althans, is het gedichtje ‘Oma 2’, op pagina 84. Dit komt omdat ik een exacte situatie meegemaakt heb, weliswaar met mijn opa, die ook tegen mij zei tijdens een moment met zijn tweetjes dat hij bijna dood was. Dit werd ook werkelijkheid, hij was al een poosje ziek en de datum van euthanasie was bekend. Zeer herkenbaar en (dus) krachtig.
Al met al een erg leuk boek waarin gedichten staan die je herkenbaar zijn en je aan het denken zetten.
Desondanks wil ik, eigenwijs misschien, een kanttekening maken. Ik ben op het moment van schrijven dertig jaar en ik weet zeker dat ik heel erg veel gedichtjes niet zou begrijpen in de volle breedte van de pubertijd. Hier heb ik twee redenen voor. De eerste reden is omdat er veel gedichten instaan die meer herkenbaar zullen zijn wanneer je net wat meer levenservaring hebt. Dit omdat je dan simpelweg meer alledaagse situaties meegemaakt hebt en de kans dus groter is dat je meer kunt herkennen van jezelf wanneer je de bundel leest. De tweede reden is de mate van abstractie, die is erg complex bij een groot aantal gedichten. Ik vraag me af of veel jongeren van twaalf dit begrijpen.
Een van de mooiste gedichten, voor mij althans, is het gedichtje ‘Oma 2’, op pagina 84. Dit komt omdat ik een exacte situatie meegemaakt heb, weliswaar met mijn opa, die ook tegen mij zei tijdens een moment met zijn tweetjes dat hij bijna dood was. Dit werd ook werkelijkheid, hij was al een poosje ziek en de datum van euthanasie was bekend. Zeer herkenbaar en (dus) krachtig.
Al met al een erg leuk boek waarin gedichten staan die je herkenbaar zijn en je aan het denken zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten