Recensie door Marloes Derksen: Van der Vlugt, S. (2005). De bastaard van Brussel Den Bosch: Malmberg
Simone van der Vlugt neemt ons mee naar het zestiende-eeuwse Brussel, naar het jaar 1565 om precies te zijn. In die tijd worden de Nederlanden gekenmerkt door de kettervervolgingen door landsheer Filips II, de koning van Spanje, en inquisiteurs gaan op zijn bevel door het land, op zoek naar ketters. Zo ook inquisiteur Pieter Titelmans. Crispijn Matsijs is de katholieke eigenaar van een bierbrouwerij en tavernee in Brussel. Hij wordt geholpen door de lutherse Stina en haar dochter Eva. Crispijn is de bastaardzoon van Lamoraal, graaf van Egmond, met wie hij nauwelijks contact heeft. Stina wordt opgepakt door Titelmans en wordt door een menigte bevrijd op weg naar de brandstapel. Op een dag wordt Crispijn Matsijs zelf het slachtoffer van Titelmans. Hij wordt gemarteld en Lamoraal besluit in te grijpen. Crispijn wordt bevrijd en verzorgd. Eenmaal hersteld gaat hij op zoek naar Stina en kiest mettertijd meer en meer de kant van de opstandige geuzen...
De bastaard van Brussel is een historische jeugdroman van de hand van Simone van der Vlugt. Ze voert ons terug in de tijd, naar de zestiende eeuw, en dit is te merken aan het taalgebruik c.q. spreektaal in het boek: 'Het gerommel van de houten schutsels, het gestamp van de soldatenlaarzen en het rumoer van passanten heeft de hele al ochtend geklonken.' (Van der Vlugt, 2005, p.5). De personages spreken op een geheel andere wijze dan hedendaagse mensen dat op dit moment zouden doen; 'U gaat naar de kerk, ja' knikt Titelmans. 'Maar u verbiedt aanhangers van het Lutherse geloof niet om uw tavernee te bezoeken. U omringt zich met verdachte ambachtslieden en de impuls om ketters te bevrijden ontstond hier, in deze tavernee, naar ik heb vernomen. En als ik me niet vergis, stond u aan het hoofd van het oproer.' (Van der Vlugt, 2005, p.57). Desondanks blijft het boek, ondanks het ietwat archaïsche taalgebruik, goed te lezen. Ik zou zelfs durven stelen dat het archaïsche taalgebruik bijdraagt aan de beeldende manier waarop dit boek is geschreven.
Toch kan ik me goed voorstellen dat De bastaard van Brussel geen boek is dat door alle kinderen van 12+ gelezen kan worden. Je moet als lezer wel historische affiniteit en een zekere historische bagage hebben. Termen als 'inquisiteur', 'hagenpreek' en 'magistraat' worden vrijwel zonder historische uitleg geïntroduceerd. In de epiloog legt Simone van der Vlugt wel het een en ander uit, maar de uitleg blijft summier en oppervlakkig. Je hebt wel voorkennis nodig. Ik zou een leerling, die bij geschiedenis bezig is met de Nederlandse Opstand, wel adviseren het boek te lezen. Het boek laat de geschiedenis wel leven.
Simone van der Vlugt heeft met de De bastaard van Brussel een realistische jeugdroman geschreven. Crispijn Matsijs' weerzin ten opzichte van de kettervervolgingen doen zeer geloofwaardig aan. Zijn emoties ten aanzien van zijn stiefvader en zijn biologische vader zijn ook levensecht beschreven. Zijn twijfels over zijn eigen geloof en dat van zijn moeder lijken uit het ware leven gegrepen. Stina's keuze voor de arme drukkersgezel Nicolaas is aan de ene kant romantisch, maar aan de andere kant ook wel realistisch. Ik vind alleen de Van der Vlugts beschrijvingen van de ontmoetingen tussen Crispijn en Leonora, Lamoraals wettige dochter, enigzins ongeloofwaardig. Het is niet waarschijnlijk dat een adelijk meisje, verkleed als jongen, in Brussel op zoek gaat naar haar broer.
Van der Vlugt is duidelijk wat betreft normen en waarden. De waarde 'trouw' staat, op verschillende manieren, centraal in De bastaard van Brussel. Trouw zijn aan je familie en vrienden is duidelijk uitgwerkt. De vergeefse zoektocht van Crispijn naar Stina, de aanhankleijkheid (misschien zelfs de verliefdheid) van Eva naar Crispijn en het gezamelijke vertrek van Eva en Crispijn naar Haarlem om daar haar familie te zoeken zijn hier duidelijke voorbeelden van. Het gebrek aan affectie en trouw van de kant van Lamoraal doet Crispijn keer op keer verdriet: 'Heb je een goed contact t/m erkend,' zegt Crispijn.' (Van der Vlugt, 2005, p.25). Maar het gaat om meer dan alleen maar trouw zijn aan je vrienden en familie. Het gaat ook om trouw zijn naar je geloof en dat van anderen toe. Crispijns moeder heeft het lutheranisme van haar man Hoste overgenomen en Crispijn stond daar, als dertienjarige, zeer negatief tegenover. Ook de dood van zijn moeder na afloop van een hagenpreek heeft hij als een gevolg gezien van Hostes lutheranisme.
Gaandeweg het verhaal ziet hij steeds beter in dat de overgang tot het lutheranisme een bewuste keuze was van zijn moeder en hij krijgt ook steeds mee respect voor die keuze. Het gebrek aan trouw van de kant van zijn biologische vader voor de lutheranen is ook tekenend. Lamoraal was eerst tolerant als stadhouder, maar met de komst van de hertog van Alva treedt hij toch hard op tegen de niet-katholieken. Wanneer Lamoraal gearresteerd wordt door Alva, zorgt deze intolerantie ervoor dat er geen bevrijdingspoging wordt ondernomen door de bosgeuzen. Bovenal gaat het in De bastaard van Brussel om trouw te zijn aan jezelf en opkomen voor jezelf. Als katholiek gaat Crispijn samen met de bosgeuzen uiteindelijk de strijd aan tegen inquisiteur Titelmans.
Al met al zou ik de leerlingen wel willen adviseren het boek te lezen, zeker als ze beschikken over enige historische affiniteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten