Reactie op de
recensie ‘De castraat’ van Joyce Pool (Rotterdam, 2013, Lemniscaat), door
Herman Buurman, van Marijke de Heer
De castraat gaat over een jongen, zoon van een leerlooier,
die in het kerkkoor opvalt door zijn engelachtige stemgeluid. Zijn vader vindt
de prijs te hoog voor zijn zoon om een opleiding te krijgen aan het beroemde
conservatorium van Florence. Maar als zijn vader overlijdt, wordt hij
meegenomen naar de barbier en wordt hij wakker in het conservatorium. Achteraf
begrijpt Angelo wat zijn vader bedoelde. Hij raakt bevriend met Paolo, die hem
door de eerste moeilijke tijd heenloodst. Paolo wordt echter jaloers op Angelo,
vanwege de aandacht van een prins De Medici voor Angelo. Angelo vergeet zijn
vriend echter niet, als hij uiteindelijk niet voor het grote geld kiest.
Net als Herman Buurman heb ik het boek in één adem
uitgelezen. De wat fragmentarische schrijfstijl en het steeds wisselen van
perspectief geeft voldoende afwisseling. Hoewel het een roman is, die in het
verleden speelt, zou ik het geen historische roman willen noemen. Daarvoor is
de sfeer van tolerantie die met name om homoseksualiteit heen hangt in het
boek, te Nederlands en te twintigste-eeuws naar mijn idee. Zoals op p. 116: om
me heen klonk elke nacht gezucht en opgewonden gesteun. Ook al is er sprake van
dat er regelmatig jongens worden weggestuurd vanwege zelfbevlekking en sodomie,
ik kan mij beter voorstellen, dat er een dusdanige sfeer van repressie heerste
in zo’n gemeenschap, dat er veel jongens moeten zijn geweest die bang waren
voor de gevolgen en daarom ervoor waakten daaraan mee te doen. Dat lees ik
echter niet terug in dit boek.
Daarop aansluitend ben ik het met Herman Buurman eens, dat
het boek psychologisch wat vlak is. Je kunt je goed voorstellen wat een
worsteling het met zich mee moet brengen voor die opgroeiende jongens, dat ze
tegen hun wil ontmand zijn, een traumatische operatie bovendien, en weg van hun
vertrouwde omgeving moeten ze onder die omstandigheden zich staande zien te
houden in een wereld vol machtsspelletjes. Zoals ook Herman Buurman al schreef:
het boek doet weinig een beroep op het inlevingsvermogen van de huidige
jongeren. Daarbij komt, dat deze thematiek bij de jongeren totaal niet speelt.
Wat ik niet terugvind in de recensie van Herman Buurman, is
het wel wat fantastische einde. De hoofdpersoon, Angelo, walgt van de avances
van de prins De Medici, en besluit impulsief met de componist Scarlatti en zijn
dochter naar Napels af te reizen, na het ontslag van Scarlatti. Het zou
realistischer zijn in mijn ogen, dat Angelo zich net als in het hele boek, had
aangepast aan de omstandigheden. De prins had immers veel macht en invloed en
had bijzonder veel in hem geïnvesteerd. Het was eveneens fantastisch, dat Rosa
Scarlatti wel kiest voor Angelo. Hoewel het in het boek niet zo erg naar voren
komt, waren castraten mismaakte mensen. Hun beenderen groeiden gewoon door door
de castratie, waardoor ze uitzonderlijk lang en hol waren. Daardoor waren ze
outcasts in de maatschappij, ze werden bespot en uitgelachen. Dat was ook de
reden dat Angelo niet naar zijn geboortedorp wilde terugkeren.
Het boek wordt door de bibliotheek gecategoriseerd als D-boek, dus voor de leeftijd 15 tot 18. Mijns inziens is dat een juiste beoordeling, jongeren jonger dan 15 jaar zijn zeer waarschijnlijk niet geïnteresseerd in deze thematiek. Ik begrijp dus niet hoe Herman Buurman tot zijn constatering komt, dat het boek geschreven zou zijn voor jongeren tussen de 11 en 16. Ik deel zijn mening, dat dit boek erg dicht tegen volwassenen literatuur aanhangt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten