dinsdag 9 oktober 2018

Recensie van 'De groeten van Superguppie' (jeugdpoëziebundel), van Edward van de Vendel, door Maud Beyer

Vendel, E. van de (2008). De groeten van Superguppie. Amsterdam: Querido's Uitgeverij.
De bundel 'De groeten van Superguppie' is de derde in de serie en gaat over Superguppie die allerlei alledaagse dingen beleeft. Deze alledaagse dingen worden omgetoverd tot korte gedichtjes waarbij erg leuke illustraties getekend zijn. De gedichtenbundel is geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar.

Zelf houd ik niet zo van poëzie, dacht ik. Superguppie heeft me echter positief verrast: de 50 ritmische en rijmende gedichtjes sluiten niet alleen aan bij de belevingswereld van een kind, maar ook bij die van een volwassene.
Doordat ik zelf iedere dag 50 kilometer enkel naar mijn werk rijd en daarmee regelmatig in de file sta, sprak het volgende gedichtje me erg aan:


File


Wie weet waarom meneren stilstaan,
's ochtends, in een file?
Ze kunnen toch wel doorrijden?
Hun auto's hebben wielen!
Tuurlijk.
Maar hun vingers trillen.
Heus. Hun vingers willen
boren, boren. Boren
in hun neus.
Daar zijn dus al die files voor:
peuterpauze -
en weer door.


(Wil je het controleren?
Moet je bij de snelweg zijn.
Echte nette heren
vind je enkel
in de trein.)


In dit gedicht is niet alleen sprake van eindrijm, maar ook van alliteratie (wie weet waarom, peuterpauze) en assonantie (vingers trillen willen, echte nette enkel). Doordat veel regels ongeveer even lang zijn, is het gedicht ook erg ritmisch.


De gedichtjes zijn erg divers wat betreft het onderwerp. File is erg herkenbaar voor volwassenen, die hun rijbewijs hebben en vast wel eens in de file hebben gestaan. Een ander gedichtje, Eten, gaat over eten: gezond eten is "Bah", vet eten is "Jah", wat dan weer erg herkenbaar is voor kinderen. In het eerste gedichtje, Sap (zie afbeelding), wordt geschreven: "Dus wanneer weet ik nou of wij bij elkaar passen?", dit gedichtje vind ik erg geschikt voor jongeren (12+), omdat zij vaak bezig zijn met prille verliefdheid.


Over het algemeen vind ik de bundel wel meer geschikt voor de wat jongere kinderen (schoolkindfase), vanwege de illustraties en het eenvoudige taalgebruik. Echter vind ik wel dat sommige gedichten uit de bundel zeker bruikbaar zijn in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, omdat ze aansluiten bij de belevingswereld van die doelgroep en omdat het nog geen "zware" poëzie is: het zijn grappige gedichtjes en je leest ze makkelijk weg.


Ik keek een beetje op tegen het lezen van een jeugdpoëziebundel, maar dit is me erg meegevallen. Ik ben zelfs erg benieuwd naar de andere bundels van Superguppie en ga deze zeker lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten