vrijdag 26 oktober 2018

Reactie op Suzanne de Jong - Francine Oomen met Afblijven door Milou Visser.


Reactie op de recensie van Suzanne de Jong


 

Oomen, F. Hoe overleef ik mezelf? Amsterdam: E. Querido’s Uitgeverij BV.

 

Waardeoordeel in reactie op Suzanne de Jong:

Bij de recensie van De Jong had ik bij een aantal punten direct een overeenkomst in mening. Zo stelt zij dat Oomen in staat is om de hoofdpersoon zo neer te zetten dat het lijkt alsof het geschreven is door de hoofdpersoon Rosa van Dijk. Het verhaal lijkt echt vertelt te worden vanuit Rosa van Dijk, de veertienjarige puber die van kleine puberproblemen alleen maar grotere problemen maakt.  

 

Persoonlijk mis ik diepgang in het verhaal, maar dat zal liggen aan het feit dat dit overduidelijk een jeugdboek is en dus ook vanuit de puber geschreven is. Het gedrag dat beschreven wordt, is pure pubergedrag wat erg tot de verbeelding spreekt. Met name pubermeisjes zullen dit maar al te graag lezen. Daarin is Francine Oomen zeker geslaagd, ook De Jong beschrijft dit in haar slot en daarin kan haar mening zeker delen.

 

De Jong schrijft dat de problemen zich in een hoog tempo opvolgen en daar ben ik het helemaal mee eens. Rosa, het meisje waar dit verhaal om draait, gaat de ene dag graffiti spuiten en besluit de volgende dag een piercing te nemen. Alsof dat nog niet genoeg is begint ze geld te stelen om de materialen voor het graffiti spuiten te kunnen betalen. En zo holt Oomen maar door in het beschrijven van puberproblemen. Moeder boos, stiefvader over de toeren, problemen op school, alles is uit de hoge hoed getoverd en dat is voor mij als volwassene niet echt realistisch te noemen.

 

Waar De Jong en ik van mening verschillen is hoe de rollen in het boek worden neergezet. Ik ben zelf van mening dat sommige situaties echt niet realistisch beschreven zijn. Zo is te lezen in de volgende passage dat Rosa goedkeuring krijgt van haar tekendocent om graffiti te spuiten en is zelfs bereid haar les te geven.

‘De leraar bladert met aandacht door haar schetsboek heen. Hij stop even bij de graffitischetsen. Erg goed, deze ontwerpen.’ (Blz. 66)

‘Je moet hiermee doorgaan, hoor. Meyer wijst naar het tekenblok. Je hebt talent. Zit je op tekenles? Rosa doet haar tekenblok dicht en stopt het in haar rugzak, ‘nee’. Zou je dat willen? Als je dat wil kan ik je lesgeven’ (blz. 67).   

De docent die anno 2018 een puber de goedkeuring geeft iets te doen wat niet mag en daar zelf vol lof over spreekt zou zelfs strafbaar kunnen zijn, evenals de puber die spullen van een ander volkladt. Dat is wat mij betreft volkomen ongeloofwaardig en daarin mist het boek de diepte. Pubers zouden er echter van smullen…

 

Als ik kijk naar de leesfasen dan past het ook echt bij de puber: een jonge hoofdpersoon op zoek naar zichzelf, vriendinnen spelen een belangrijke rol en er is absoluut aandacht voor spanning. Dat slaat in dit verhaal de spijker op zijn kop.

 

Als laatste lees ik dat De Jong aangeeft dat e-mails die tussen de verschillende personages geschreven worden niet meer van deze tijd zijn. Dat kan ik beamen want studenten mailen niet, maar snapchatten of appen tegenwoordig met elkaar. Wellicht is het een goed idee dat Oomen dit verhaal eens moet “pimpen”? Hoe overleef ik mezelf anno 2018? Hoe dan ook, het boek blijft interessant voor een puber!

 

Milou Visser.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten