Ted van
Lieshout, 2017, Onder mijn matras de erwt, Amsterdam, Leopold.
In een
bundel van 35 gedichten wordt het verhaal verteld over een meisje van wie haar
ouders gaan scheiden en oma, op wie ze gek is, langzaam richting haar einde
gaat. Daarbij worden we meegenomen in haar zoektocht naar zichzelf en alle
bijkomende gevoelens en gedachtes. Daarnaast word je meegenomen in de sterke
observaties van stemmingen en gevoelens. Bij elk gedicht heeft Ted van Lieshout
een pop van klei gemaakt die bij het betreffende gedicht past.
Zelf ben
ik niet heel erg thuis in de wereld van de poëzie. Ik heb ooit geleerd over
poëzie schema's waar je je aan zou moeten houden bij het schrijven van een
gedicht. Ted van Lieshout gaat hierin volledig zijn eigen gang. Alle gedichten
samen vertellen een verhaal, maar elk gedicht is weer zijn eigen verhaal.
Sommige gedichten kun je lezen alsof je een verhaal leest. Anderen zijn een
gedicht zoals ik ze ken en waar ik 3 keer over na moet denken, wat ik overigens
wel leuk vind. De manier waarop hij schrijft vind ik erg knap. Sommige zinnen
zijn dubbelzinnig of worden door 1 woord met elkaar verbonden, maar de zinnen
los van elkaar betekenen totaal iets anders of het tegenovergestelde.
Bijvoorbeeld in het volgende korte gedicht:
een zee
meer min
met voeten
ik ben een
zaam met
duizend
sproeten'
(bladzijde 38)
Wat deze
gedichtenbundel ook bijzonder maakt, zijn de portretten van poppen die de
verschillende gedichten illustreren. De poppen zijn in de jaren 1981,1982 en
1983 al gemaakt. Heel bewust heeft hij bij de poppen tekenen van ouderdom laten
ontstaan door ze rond te laten slingeren en door de verloop van tijd vuil en
beschadigd te laten raken. Dit om ze zo opnieuw te kunnen fotograferen en
aankleden. Dit vind ik bijzonder creatief en geeft aan met hoeveel zorg en
bedachtzaamheid deze bundel is gemaakt. Echter vind ik de poppen een beetje
eng, dit was ook zijn bedoeling. Hij wilde geen poppen maken die snoezig zijn.
Met het oog op de doelgroep vraag ik me af of dit wordt gewaardeerd. Het is
officieel een jeugdpoëziebundel maar ik vind het meer geschikt voor volwassenen
gezien de diepzinnigheid van de gedichten en het voorkomen van de poppen. Ik
denk dat de jeugdige lezer door deze manier van schrijven zich moeilijker kan
identificeren met het meisje. Daarnaast heeft het niet echt een duidelijke
afloop.
Wat ik
fascinerend vond aan deze gedichten, is dat het meisje erg onzichtbaar is voor
de buitenwereld en zich ook zo voelt. Die onzichtbaarheid komt haar goed uit
want zo weet ze haar sterke observatievermogen te gebruiken en ziet ze veel
meer dan haar omgeving weet. Een deel van het gedicht 'aan tafel 2' laat dit
zien en vond ik erg grappig om te lezen:
'Ze denken dat ik niks zie en zelf denk ik
dat ook wel vaak, al zie ik soms alles maar alleen als niemand op me let.'
(bladzijde 43)
'En toen zag ik dat de nieuwe vriendin
van papa zonder ook maar een woord te zeggen haar hand op het been van papa
legde. De oude vriendin van papa kreeg dat natuurlijk in de gaten en begon
meteen ongemakkelijk de andere kant op te kijken. Ze zei geen woord meer. Is er
iets, vroeg mijn moeder, die soms oliedom is en niet uit haar doppen kijken
kan, want de oude vriendin ging heus niet zeggen dat de nieuwe vriendin van
papa haar zat te sarren. Ze zei dat er niks was en lachte een keer, en toen
werd het nog erger. De nieuwe vriendin van papa wachtte tot de blik van de oude
vriendin de hare kruiste en knipoogde gauw, het valse wijf, dat nog lelijk is
ook! Toen moest ik naar bed en heb de oude vriendin extra geknuffeld, zodat de
nieuwe vriendin van papa het zag en ik heb alle anderen aan tafel netjes
welterusten gezegd, en de nieuwe vriendin van papa overgeslagen en hem ook' (bladzijde
43)
Al met al
vond ik sommige gedichten in dit boek leuk om te lezen omdat het wel herkenbaar
is. Dit waren met name de gedichten die meer in een verhalende vorm zijn
geschreven. Sommige gedichten vind ik maar vaag en onbegrijpelijk. En dus ook
niet allemaal geschikt voor de jeugdige lezer tussen de 12 en 15 jaar. Verder
denk ik dat de poppen afstotelijk kunnen zijn. Maar als je dan een keer een
gedichtenbundel wil lezen is deze geen verkeerde. Het is een dun boek en je
hebt hem zo uit.
Deze
bundel is dus niet echt mijn ding maar de eigenheid van de gedichten en het
betrekken van de poppen en vooral de moeite die is genomen om deze te maken kan
ik zeker waarderen.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenReactie op 'Onder mijn matras de erwt' door Marloes Steerneman.
BeantwoordenVerwijderenMarloes Steerneman vat de bundel samen als een verhaal over een meisje van wie haar ouders gaan scheiden en oma, op wie ze gek is, langzaam richting haar einde gaat. Ik wil daarbij aanmerken dat de twijfel over het wel of niet op vrouwen vallen en de dementie telkens terugkerende onderwerpen zijn. Marloes vat het eerste wellicht samen door de zoektocht naar zichzelf naar voren te brengen en het tweede met sterke observaties van stemmingen en gevoelens. Zou je in algemene zin wel zo kunnen zeggen, maar ik vind het wel mooi om deze twee telkens terugkerende onderwerpen te specificeren.
De poppen vind ik een mooie toevoeging aan het boek, ze zijn inderdaad wel wat eng, maar deze uitstraling wordt met name door de knikker ogen veroorzaakt. Je moet eigenlijk ook niet naar de ogen kijken, maar naar wat de pop aan het gedicht koppelt zoals de erwten, de kool, de riemen enz. en dan kom je tot de waarde van de poppen voor deze gedichtenbundel.
De zin:'Ted van Lieshout gaat hierin volledig zijn eigen gang' kan ik alleen maar ondersteunen zijn eigenheid is echt enorm en maken zijn boeken tot een groot succes.
Marloes schrijft:'Alle gedichten samen vertellen een verhaal, maar elk gedicht is weer zijn eigen verhaal. Sommige gedichten kun je lezen alsof je een verhaal leest. Anderen zijn een gedicht zoals ik ze ken en waar ik 3 keer over na moet denken, wat ik overigens wel leuk vind. De manier waarop hij schrijft vind ik erg knap. Sommige zinnen zijn dubbelzinnig of worden door 1 woord met elkaar verbonden, maar de zinnen los van elkaar betekenen totaal iets anders of het tegenovergestelde.'
Ben het met Marloes eens m.n. het moeten nadenken over, want moest vaak terug lezen en sparren met mijn vriendin voor ik de clou had gevonden.
Steerneman zegt: Het is officieel een jeugdpoëziebundel maar ik vind het meer geschikt voor volwassenen gezien de diepzinnigheid van de gedichten en het voorkomen van de poppen.
Marion zegt in haar reactie: De dichtbundel voor meisjes van 12 tot 16 jaar.
Ik zou deze bundel volgens de leesfasen van Coillie willen indelingen bij de adolescentie: 15+. De reden is dat deze hoofdpersoon gedurende het boek groeit naar een meisje op de grens van volwassenheid. Psychologie, seksualiteit en diepere levensvragen spelen zeer zeker een rol. De bundel heeft daarnaast een complexere structuur door niet te kiezen voor een standaard opbouw in de diverse gedichten en de bundel kent toch wel enkele open plekken en een open einde.
Wat ik fascinerend vond aan deze gedichten, is dat het meisje erg onzichtbaar is voor de buitenwereld en zich ook zo voelt, zegt Steerneman. Ik had deze gedachten ook, maar koppelde de gedachte aan een andere tekst namelijk: 'Er is tot nu toe niemand geweest die heeft gezegd: het is fijn dat je er bent, we hebben al zolang op je gewacht (pag. 50).
Een andere zin uit het titelgedicht is mij bij gebleven, namelijk 'Helaas kon ik alleen maar worden wie ik ben'. Prachtige zin om over na te denken en het is zo waar!
'Deze bundel is dus niet echt mijn ding maar de eigenheid van de gedichten en het betrekken van de poppen en vooral de moeite die is genomen om deze te maken kan ik zeker waarderen.' Ik kan me daar helemaal in vinden, ik ben ook geen echte poëzie fan, maar kan me wel voorstellen dat Ted van Lieshout echt gewaardeerd wordt om zijn kwaliteiten en eigen stijl!