dinsdag 16 oktober 2018

Recensie van: Onder mijn matras de erwt, van Ted van Lieshout, door Marloes Steerneman


Ted van Lieshout, 2017, Onder mijn matras de erwt, Amsterdam, Leopold.

In een bundel van 35 gedichten wordt het verhaal verteld over een meisje van wie haar ouders gaan scheiden en oma, op wie ze gek is, langzaam richting haar einde gaat. Daarbij worden we meegenomen in haar zoektocht naar zichzelf en alle bijkomende gevoelens en gedachtes. Daarnaast word je meegenomen in de sterke observaties van stemmingen en gevoelens. Bij elk gedicht heeft Ted van Lieshout een pop van klei gemaakt die bij het betreffende gedicht past.

Zelf ben ik niet heel erg thuis in de wereld van de poëzie. Ik heb ooit geleerd over poëzie schema's waar je je aan zou moeten houden bij het schrijven van een gedicht. Ted van Lieshout gaat hierin volledig zijn eigen gang. Alle gedichten samen vertellen een verhaal, maar elk gedicht is weer zijn eigen verhaal. Sommige gedichten kun je lezen alsof je een verhaal leest. Anderen zijn een gedicht zoals ik ze ken en waar ik 3 keer over na moet denken, wat ik overigens wel leuk vind. De manier waarop hij schrijft vind ik erg knap. Sommige zinnen zijn dubbelzinnig of worden door 1 woord met elkaar verbonden, maar de zinnen los van elkaar betekenen totaal iets anders of het tegenovergestelde. Bijvoorbeeld in het volgende korte gedicht:

'Ik zie in
de spiegel
een zee

meer min
met voeten
ik ben een

zaam met
duizend
sproeten'

(bladzijde 38)



Wat deze gedichtenbundel ook bijzonder maakt, zijn de portretten van poppen die de verschillende gedichten illustreren. De poppen zijn in de jaren 1981,1982 en 1983 al gemaakt. Heel bewust heeft hij bij de poppen tekenen van ouderdom laten ontstaan door ze rond te laten slingeren en door de verloop van tijd vuil en beschadigd te laten raken. Dit om ze zo opnieuw te kunnen fotograferen en aankleden. Dit vind ik bijzonder creatief en geeft aan met hoeveel zorg en bedachtzaamheid deze bundel is gemaakt. Echter vind ik de poppen een beetje eng, dit was ook zijn bedoeling. Hij wilde geen poppen maken die snoezig zijn. Met het oog op de doelgroep vraag ik me af of dit wordt gewaardeerd. Het is officieel een jeugdpoëziebundel maar ik vind het meer geschikt voor volwassenen gezien de diepzinnigheid van de gedichten en het voorkomen van de poppen. Ik denk dat de jeugdige lezer door deze manier van schrijven zich moeilijker kan identificeren met het meisje. Daarnaast heeft het niet echt een duidelijke afloop.

Wat ik fascinerend vond aan deze gedichten, is dat het meisje erg onzichtbaar is voor de buitenwereld en zich ook zo voelt. Die onzichtbaarheid komt haar goed uit want zo weet ze haar sterke observatievermogen te gebruiken en ziet ze veel meer dan haar omgeving weet. Een deel van het gedicht 'aan tafel 2' laat dit zien en vond ik erg grappig om te lezen:

'Ze denken dat ik niks zie en zelf denk ik dat ook wel vaak, al zie ik soms alles maar alleen als niemand op me let.' (bladzijde 43)

'En toen zag ik dat de nieuwe vriendin van papa zonder ook maar een woord te zeggen haar hand op het been van papa legde. De oude vriendin van papa kreeg dat natuurlijk in de gaten en begon meteen ongemakkelijk de andere kant op te kijken. Ze zei geen woord meer. Is er iets, vroeg mijn moeder, die soms oliedom is en niet uit haar doppen kijken kan, want de oude vriendin ging heus niet zeggen dat de nieuwe vriendin van papa haar zat te sarren. Ze zei dat er niks was en lachte een keer, en toen werd het nog erger. De nieuwe vriendin van papa wachtte tot de blik van de oude vriendin de hare kruiste en knipoogde gauw, het valse wijf, dat nog lelijk is ook! Toen moest ik naar bed en heb de oude vriendin extra geknuffeld, zodat de nieuwe vriendin van papa het zag en ik heb alle anderen aan tafel netjes welterusten gezegd, en de nieuwe vriendin van papa overgeslagen en hem ook' (bladzijde 43)

Al met al vond ik sommige gedichten in dit boek leuk om te lezen omdat het wel herkenbaar is. Dit waren met name de gedichten die meer in een verhalende vorm zijn geschreven. Sommige gedichten vind ik maar vaag en onbegrijpelijk. En dus ook niet allemaal geschikt voor de jeugdige lezer tussen de 12 en 15 jaar. Verder denk ik dat de poppen afstotelijk kunnen zijn. Maar als je dan een keer een gedichtenbundel wil lezen is deze geen verkeerde. Het is een dun boek en je hebt hem zo uit.

Deze bundel is dus niet echt mijn ding maar de eigenheid van de gedichten en het betrekken van de poppen en vooral de moeite die is genomen om deze te maken kan ik zeker waarderen.




2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Reactie op 'Onder mijn matras de erwt' door Marloes Steerneman.

    Marloes Steerneman vat de bundel samen als een verhaal over een meisje van wie haar ouders gaan scheiden en oma, op wie ze gek is, langzaam richting haar einde gaat. Ik wil daarbij aanmerken dat de twijfel over het wel of niet op vrouwen vallen en de dementie telkens terugkerende onderwerpen zijn. Marloes vat het eerste wellicht samen door de zoektocht naar zichzelf naar voren te brengen en het tweede met sterke observaties van stemmingen en gevoelens. Zou je in algemene zin wel zo kunnen zeggen, maar ik vind het wel mooi om deze twee telkens terugkerende onderwerpen te specificeren.

    De poppen vind ik een mooie toevoeging aan het boek, ze zijn inderdaad wel wat eng, maar deze uitstraling wordt met name door de knikker ogen veroorzaakt. Je moet eigenlijk ook niet naar de ogen kijken, maar naar wat de pop aan het gedicht koppelt zoals de erwten, de kool, de riemen enz. en dan kom je tot de waarde van de poppen voor deze gedichtenbundel.

    De zin:'Ted van Lieshout gaat hierin volledig zijn eigen gang' kan ik alleen maar ondersteunen zijn eigenheid is echt enorm en maken zijn boeken tot een groot succes.

    Marloes schrijft:'Alle gedichten samen vertellen een verhaal, maar elk gedicht is weer zijn eigen verhaal. Sommige gedichten kun je lezen alsof je een verhaal leest. Anderen zijn een gedicht zoals ik ze ken en waar ik 3 keer over na moet denken, wat ik overigens wel leuk vind. De manier waarop hij schrijft vind ik erg knap. Sommige zinnen zijn dubbelzinnig of worden door 1 woord met elkaar verbonden, maar de zinnen los van elkaar betekenen totaal iets anders of het tegenovergestelde.'
    Ben het met Marloes eens m.n. het moeten nadenken over, want moest vaak terug lezen en sparren met mijn vriendin voor ik de clou had gevonden.

    Steerneman zegt: Het is officieel een jeugdpoëziebundel maar ik vind het meer geschikt voor volwassenen gezien de diepzinnigheid van de gedichten en het voorkomen van de poppen.
    Marion zegt in haar reactie: De dichtbundel voor meisjes van 12 tot 16 jaar.
    Ik zou deze bundel volgens de leesfasen van Coillie willen indelingen bij de adolescentie: 15+. De reden is dat deze hoofdpersoon gedurende het boek groeit naar een meisje op de grens van volwassenheid. Psychologie, seksualiteit en diepere levensvragen spelen zeer zeker een rol. De bundel heeft daarnaast een complexere structuur door niet te kiezen voor een standaard opbouw in de diverse gedichten en de bundel kent toch wel enkele open plekken en een open einde.

    Wat ik fascinerend vond aan deze gedichten, is dat het meisje erg onzichtbaar is voor de buitenwereld en zich ook zo voelt, zegt Steerneman. Ik had deze gedachten ook, maar koppelde de gedachte aan een andere tekst namelijk: 'Er is tot nu toe niemand geweest die heeft gezegd: het is fijn dat je er bent, we hebben al zolang op je gewacht (pag. 50).
    Een andere zin uit het titelgedicht is mij bij gebleven, namelijk 'Helaas kon ik alleen maar worden wie ik ben'. Prachtige zin om over na te denken en het is zo waar!

    'Deze bundel is dus niet echt mijn ding maar de eigenheid van de gedichten en het betrekken van de poppen en vooral de moeite die is genomen om deze te maken kan ik zeker waarderen.' Ik kan me daar helemaal in vinden, ik ben ook geen echte poëzie fan, maar kan me wel voorstellen dat Ted van Lieshout echt gewaardeerd wordt om zijn kwaliteiten en eigen stijl!

    BeantwoordenVerwijderen